Ik ben datgene waardoor je niet uit bed kan komen. Ik ben datgene waardoor je wil verdwijnen. Ik ben datgene waardoor je opziet tegen dat leuke feestje vanavond. Het is toch een leuk feestje? Waarom zou je geen zin hebben in een leuk feestje? Is toch leuk?
Ik ben datgene waardoor je constant denkt dat je niks kan, niks bent, gewoonweg geen functie hebt op aarde, dat je mensen tot last bent en beter niet zou kunnen bestaan. Ik ben datgene waardoor je dit ook denkt als je boodschappen doet, een eitje kookt of als je op de wc zit tijdens dat ene leuke feestje waar je toch maar naartoe bent gegaan omdat het zal helpen. Door mij denk je dit terwijl je al plassend moed verzamelt om zo meteen weer lachend de kamer binnen te komen omdat het wel gezellig moet blijven en omdat je mij met man en macht verborgen wil houden. Als je mij probeert af te schudden, door te denken aan alle dingen die fijn zijn in je leven en aan dat je feitelijk niks te klagen hebt, dan word ik alleen maar dikker en zwaarder en dan voel je schaamte omdat je ook nog eens een verwend nest bent, je hebt immers zo’n geweldig leven en je waardeert het niet eens!
Ik ben datgene wat overblijft na het piekeren en het malen en de somberheid en de schaamte over die somberheid. Ik ben geen verdriet om iets maar ik ben de somberheid die volgt uit de eindeloze stroom nare gedachten en ik ben niet die somberheid maar de leegte die daarna volgt. Ik ben geen kunstzinnige houding of romantisch beeld over de gekwelde kunstenaar. Als ik er ben wordt er amper een letter op papier gezet. Als ik er ben is er geen concentratie, dan is er een donkere ruis die elke gedachte vertroebelt waardoor je niet tot een werkbare gedachte kan komen. Ik ben niet het dipje omdat het uit is met je vriendje. Uit liefdesverdriet of een korte dip kan nog een melancholisch lied ontspruiten.
Uit mij ontspruit niets. Een dorre waas.
Ik ben datgene waarover sommige mensen adviezen gaan geven als je mij eenmaal hebt toevertrouwd: je moet anders eten, je moet dit artikel lezen, je moet anders slapen, je moet naar de homeopaat, je moet een dokter niet zomaar geloven, die ene tante had er ook last van en die had baat bij dit en dit, je hebt een schop onder je kont nodig, je gevoel hoort bij het leven, je moet je niet zo aanstellen en je hebt toch alles mee? Je vertelt vervolgens dat je al veel schoppen onder je eigen kont hebt gegeven, en dat je meer bent gaan sporten en beter probeert te slapen maar het helpt allemaal maar weinig. Vervolgens vraagt iemand: je gaat toch geen gekke dingen doen hè?
Ik ben niet iets waardoor je dood wil. Dood wil je liever niet, liever wil je je niet zo voelen. Je niet zo voelen lijkt onvoorstelbaar zolang je zal bestaan. De enige manier waarop je dit niet meer zal voelen is dus door niet meer te bestaan. Verdwijnen door niet meer te bestaan; van die gedachte schrik je eerst heel erg. Ik ben datgene waardoor je dan geen hulp wil vragen omdat hulp vragen betekent dat er iets mis is met je en je voelt je al verkeerd genoeg. Dan toch zal je hopelijk hulp vragen, omdat je niet alleen bent ook al lijkt dat nu zo, omdat je kan bestaan zonder mij om je heen te hebben, zonder te hoeven verdwijnen.
Ik ben een depressie. Je zware dikke deken die je soms niet in je eentje af kan schudden en soms nooit helemaal kwijtraakt. Toch kun je mij, echt waar, op z’n minst in een hoekje van je kamer krijgen. Dan zie je mij daar misschien liggen, opgevouwen en wel, maar ik hang dan niet meer om je heen.
Kijk vanavond, maandag 23 januari, naar NPO1 voor de registratie van het Depressiegala