De kalender geeft zomer aan, maar het jaar is gekanteld. De lange lichte dagen zijn geweest en in de vroege ochtend schemert het; de kaars brandt niet enkel uit luxe. Zware regen- en onweersbuien waar je doorheen fietst en die je haar doen krullen. Het groen in de lommerrijke omgeving is heel compact en ook zwaar, geen licht komt er doorheen, en alles lijkt van dezelfde donkere intensiteit.
Het is een maandagavond, dat jullie verwachtingsvol in de schouwburg zitten. Feestelijk aangekleed, de lippen gestift; bloemen wachtend op de stoel ernaast. Er klinkt muziek, die ken je goed, die is van de film die je zo vaak zag. En dan gaat het doek op, en neemt het een aanvang, staat jouw kind op dit grote toneel met haar klas. Wekenlang heeft ze met de geprinte versie van het script rondgelopen, haar scènes met roze gemarkeerd. Ze heeft dit keer een echt grote rol, met veel tekst, dat wilde ze graag.
Het sobere decor wordt zichtbaar, dit bos maakten de kinderen zelf tijdens de les. Op de achterwand is een still uit de film geprojecteerd: een levensgroot silhouet van een oud kasteel. En hoe ze nu, op dit eigenste moment, de ruimte innemen; hoe ze alles wat voordien nog rammelde van zich af schudden. Je zou zeggen dat het magisch is. Vanuit het duister van de zaal kijkt de moeder toe, haar kind staat in het licht. Al is ze klein van stuk, ze is een krachtige verschijning in haar rol van roverszoon. De tekst spreekt ze rustig en luid, ze aarzelt geen moment. Wanneer ze een lok achter haar oor veegt, vangt het licht haar witte hoortoestel, maar dat zij van zichzelf niet goed hoort, dat merkt niemand nu. Nadien schieten ouders haar aan, dan lacht ze verlegen, ze is heel trots.
De dag erna staat het huis vol bloemen; in de kamer hangt de geur van gladiolen en rozen. Het afscheid is nu op handen. Afscheid van de juf met een groot feest in het bos, feestelijk gedekte tafels en een speciaal geschreven lied. En afscheid van de klas, die juist nu zo’n hechte groep vormt. Waar het kind vaak een buitenstaander was, maakt ze er nu op haar manier toch deel van uit. Dit alles eindigt hier, de kanteling heeft plaatsgevonden. Vanuit de schemering sla je het gade, aan de rand sluimert al iets anders.