De m&m’s die ik in mijn droom at hebben me misselijk gemaakt.
Buiten wordt het gras gemaaid. Het ruikt als iemand die ik denk ik ken en die, realiseer ik me nu, veel geluk heeft te ruiken als vers gemaaid gras. Nu ik vanwege die chocola een emmer naast me op de grond heb gezet, ruik ik het gras nog scherper dan anders. Of misschien is het meer zo: ik wéét de geur van het originele gras terwijl ik iets ruik dat me nog misselijker maak dan ik al was, en nu trekt mijn geheugen alles uit de kast om me de geur van gras tot in detail in herinnering te brengen; hoe lekker die is en hoe fris en hoe lente-achtig.
En eigenlijk om me dit in herinnering te brengen: de dingen kunnen er niet zijn – voor nu niet of voor nooit meer, dat weet je niet altijd van tevoren – maar ze te weten is een systeem dat zich niet zomaar laat uitschakelen.
Je merkt dat ook als je een stem hoort die je al maanden niet hoorde, een lichaam ruikt dat je al jaren niet rook, of soms als je je eigen naam hoort, als je even vergeten was hoe die, als alles goed is, klinkt.
Over welk nieuws gaat dit?