De eerste speler is 12. Hij had zich verheugd op Woningspelen die zijn school had georganiseerd, met coole challenges had hij gedacht, maar wat hij kreeg was een lijst met 30 spelletjes en dansjes, en ze waren allemaal stom. Hij mag nog lang niet op zijn telefoon en de legpuzzel ligt in de saaie fase.
De tweede speler is 15. Ze kijkt filmpjes op haar telefoon, ze doet een workout, ze kleedt zich voor de 12e keer om, ze doet mascara op haar wimpers. Ze haalt het er weer af. Ze koopt stiekem snoep bij de Albert Heijn. Ze zucht zich de dag door. De avonden gaan nog wel. Dan is er laat opblijven met haar moeder en een Netflixserie. Dan is er chips uit het grote blik, dan is er samen het Schotse accent van de rechercheur nadoen.
De laatste speler is 48. Ze had gedacht dat haar huis schoner zou zijn. Ze had nog veel meer gedacht. Ze had een beeld gehad van gelukkig hebben we elkaar, van wij tegen de rest, van samen leren we iets nieuws. We maken een plakboek, een speelfilm, een modernedansvoorstelling over deze tijd. De speler van 48 verveelt zich, ze komt nergens aan toe, ze vult haar dagen met zich ergeren aan kinderen die zich vervelen en nergens aan toe komen.
Yathzee. Die van 15 had gezegd ‘moet dat nou echt’, het moest echt. Bij de koffie, samen, gezellig. Er limo bij de koffie. En een leeg koekblik. Die van 15 bekent schuld. Haar mondhoeken hangen naar beneden, ze schuift op haar stoel, na iedere beurt smakt ze de dobbelbeker op tafel. Het is spannend, vinden 12 en 48. Ze weten dat dit spel een risico is. Bij te veel drieën waar het zessen hadden moeten zijn, en bij haar volgende beurt wéér van die ellende, zal hij stemming onder het nulpunt zakken. Ze letten goed op. Of ze niet verkeerd gooien, altijd eerst even schudden voor je de beker omkeert, of ze haar successen enthousiast begroeten, of ze zelf niet te hard gaan. Of er al iets ontdooit. Drie vijven gooit die van 15. Tweede keer gooien, nog een vijf. Derde keer gooien. ‘Ooeeeeehh’, doen 12 en 48, en ‘Kóm op, je kunt het!’. Ze tilt de beker op, Yathzee. Ze juicht. 12 en 48 zien het, ze registreren blijdschap. Even. Ze schrijft 50 punten op, ontvangt felicitaties, wint het spel. 48 en 12 kijken elkaar aan. Ze zijn het goed doorgekomen. Dit deel van de lange dag.