Nu het laatste schaap geveld is noemen we het de hoogste tijd.
Wij redden ons makkelijk op een tiental vierkante kilometers; als het moet hebben we genoeg aan één huis op palen. Zelfs als het zo ver komt dat we enkel een slaapkamer hebben in het huis op palen zal dat onze dagelijkse gang niet wezenlijk veranderen, zolang er een raam is waaruit we kunnen vissen en een filter om het water drinkbaar te maken.
Ooit moesten we een auto lenen om de zee te zien, later was een verrekijker voldoende en tenslotte hoefden we enkel nog het bos uit te wandelen. We genoten ervan dat ze naar óns toe kwam in plaats van altijd omgekeerd en omdat de wolf zich settelde dachten we dat het met het milieu wel goed zat. In al onze naïviteit stelden we de wolf en het klimaat aan elkaar gelijk. Jaren lagen we aan het water, zwommen in de hoge golven en aan aankleden deden we nauwelijks. We vreeën ons de eindeloze zomer door wetende dat zij er was.
Maar met de zee kwamen de dieren. Wilde dieren lieten zich onze kant op stuwen en toen de boeren het water niet meer konden stoppen zetten ze de staldeuren open opdat het vee zichzelf zou redden. Nu het eerstvolgende eiland niet langer te bevliegen is blijven zelfs de vogels bij ons.
Onvermijdelijk moet er besloten worden. Dat voelden we steeds, maar we realiseren ons pas net dat wíj dat moeten doen. Wij die altijd elk besluit gemeden hebben, moeten kiezen tussen de wolven en de rest. Voor de schapen is het te laat en als de eenden, de koeien, de herten en uiteindelijk de vossen dood zijn, zullen ze de palen van ons huis beklimmen.
Dus we gooien een muntje omhoog en het is kop, en jij schuift het geweer naar me toe.
Over welk nieuws gaat dit?