‘Ja, nou. Ik vind dus – maar dat ben ik – dat je sommige dingen gewoon moet laten zoals ze zijn. Ja, toch? Waarom zou je de hele tijd alles maar moeten veranderen? Enkel en alleen omdat het kan? Ja, natuurlijk: moderne inzichten, nieuwe mogelijkheden. Ik bedoel, ik snap ook wel dat bepaalde shit niet meer van deze tijd is. Maar ik vind tegelijkertijd ook – maar dat ben ik tegelijkertijd ook – dat als bepaalde shit niet meer van deze tijd is, dan je betreffende shit dan niet per se aan de spreekwoordelijke haren de moderne tijd in moet willen gaan zitten slepen. Soms is het beter om ergens een punt achter te zetten en gewoon iets nieuws te bedenken. Ja, toch? Wilt u iets te drinken trouwens? Ga lekker zitten, joh. Dit duurt nog wel effe.
Kijk. Pijltje naar voren, pijltje naar voren, pijltje naar voren, pijltje naar links. Ja? Simpel, zou je denken. Maar dit dus wel acht uur lang. Het mag niet mis gaan, want dan slepen ze je helemaal terug naar Tucson. Da’s een plaats. Ligt ergens. Doet er niet toe. Nou en dan moet je dus helemaal van voor af aan opnieuw beginnen. En geloof me, dat wil je niet. Acht uur lang is echt acht uur lang genoeg. En je moet ook weer terug, he? Want ook dat is het spel. Acht uur lang pijltje naar voren, pijltje naar voren, pijltje naar voren, pijltje naar links heen. En acht uur lang weer pijltje naar voren pijltje naar voren, pijltje naar voren, et cetera terug. Zo is het spel en dat zijn de regels. Kan ik ook niks aan doen.
En ik heb niks tegen vitual reality. Echt niet. Dat moet u niet denken. Dat ik principieel tegen virtual reality zou zijn. Ik ben de laatste om iets tegen VR te hebben. Maar pijltje naar voren, pijltje naar voren, pijltje naar voren, pijltje naar links en tegelijkertijd lekker in high definition relaxed om je heen koekeloeren? Zonder ook maar een pixel te ontwaren? Ja, hallo. Zo hou ik het ook wel acht uur vol. Sorry hoor, maar dat is niet het spel. Dat mag je natuurlijk niet zeggen, maar als niemand het zegt, zeg ik het. Dus. Niet het spel. NIET! HET! SPEL!
Daarbij, we hebben aan een reality al meer dan genoeg. Echt. De maan schijnt door de bomen het bos niet meer te zien. Nou, dat kan ik me goed voorstellen, maan. Toch? Makker staakt uw wild gehashtag, zeg ik altijd. Hahaha. Of ‘hahaha…’ Zo leuk is het niet. En daarbij zeg ik dat niet natuurlijk niet altijd. Altijd is een groot woord.
Zie je wel? Je gaat er vanzelf van relativeren, zo’n pixelwoestijn. Echt tyfusmindful. Dus het kan me niet schelen wat ze daar in die grachtengordel allemaal bij elkaar zitten te bekokstoven met hun VR-brillen en hun Bitcoins en alles. Deze jongen blijft lekker bij de kern. Ja, toch? Dus ga zitten, pak een pilsje en- hm?
O, u moet door. Ja, joh. Natuurlijk. Geeft niet. Ga vooral je- Wat lekkers? Voor mij? Wat attent! Ja, joh! Strooi lekker in een hoek. Nee, dat maakt niet uit. Wat je uitkomt. Kijk maar effe.’