Toen ik tien was zag ik voor het eerst een serval, in de dierentuin van Nordhorn. De zwarte panter interesseerde me niet meer. Dit was precies een huiskat, maar dan groter. Met stippen in plaats van strepen, en oren die veel te groot zijn voor zijn kop. De schuwste dieren zijn de mooiste dieren, vooral als ze op huisdieren lijken. Maar dan wild. Ik zag de serval trouwens niet echt, maar dit was zijn hok, in een schaduwrijke uithoek van het park. En hij kon elk moment opduiken.
Een savannah is een kruising tussen een huiskat en een serval. Savannah-fokkers zijn vreemde mensen, die katten creëren met teveel energie om op de bank te zitten. Ze zijn daarom veroordeeld tot een leven lang rondjes lopen door een ren in de tuin. Los is lastig; zijn serval-ouder is een ster in het grijpen van vogels terwijl ze nog vliegen.
Eergisteren is er in Haarlem een savannah ontsnapt. Hij loopt nu rond op een volkstuintjescomplex. Slachtoffers tot nu toe: één konijn. De kranten hebben het over een bloeddorstige mini-cheetah en plaatsen foto’s van een echte serval, die een stuk groter is. Een vrijwilligster van de dierenambulance spreekt in een filmpje de omwonenden toe, dat ze waakzaam moeten zijn. Haar ogen glimmen. Nederland is prachtig wanneer die hang naar wild door het vernis breekt.
Op zaterdag rennen we rond met bladblazers en wordt elke vogelzang gesmoord in schuurmachines. Een dappere mier die onze deurmat durft te betreden, kan rekenen op een giflinie. Geen plantenvoetje wordt getolereerd op de buitenkant van onze forten. Maar als er een groot roofdier in het spel is, zijn we op hand van de natuur.
Het gejoel voor de cheetah die bijna een Frans gezin verscheurde in Beekse Bergen, was oorverdovend. Ook het nieuws van de olifant die een stroper aanviel in Zuid-Afrika en de leeuwen die hem daarna verscheurden, werd met enthousiasme ontvangen. Dat stropers vaak straatarme mensen zijn die hun gezin willen voeden, doet er even niet toe. De natuur slaat terug en het is feest. De wolf wordt in ons land onthaald als een lang verloren vriend.
En nu dus de savannah. De eigenaar heeft al geroepen dat het best een lief beest is. Vriendelijk in de omgang ook. LALALALA. Handen voor de oren. We willen dat niet horen. Er loopt een roofdier tussen onze snijbieten. De hele voedselketen staat op scherp.