Alleen samen krijgen wij corona onder controle
Ze fietst naar de supermarkt en herinnert zich hoe mensen vroeger in de rij hun karretje in je kuit konden plaatsen, de verstikkende woede. Of hoe je in een volle bus ineens in andermans oksel belandde en gedwongen werd een stap opzij te zetten.
Wij denken samen na over hoe we deze nieuwe anderhalve-meter-maatschappij kunnen vormgeven
Veel is ongepast dezer dagen. Bijvoorbeeld de gedachte die ze weken geleden al had, dat ze hoopte dat die anderhalve-meter-regel nog lang zou blijven bestaan. Is zomaar ingewilligd.
Wij doen alleen noodzakelijke boodschappen
In de supermarkt is het stil, kletsen en gezelligheid zijn verboden. Zenuwachtig spiedt men naar afstands-overtreders, niezers en andere besmetten. Ze grist lukraak wat groenten bij elkaar, geen chocolade, chips of bier.
Als wij naar buiten gaan, om een frisse neus te halen of de hond uit te laten, houden wij ons aan de anderhalve meter
Thuis drentelt ze rond, telt langpootspinnen in de hoeken van het plafond, trekt een vinger door het stof op de vensterbank. Buiten passeert een moeder met een kind. Ze stopt, luistert hoe hun stemmen verdwijnen.
Wij zijn helden omdat wij binnen blijven
Maar ze woont alleen. Net als veel van haar buren. Allemaal koekeloeren ze vanuit hun eigen kijkdoos. En de hond is al jaren dood.
Wij zorgen voor elkaar, op afstand. Wij tikken op het raam van die eenzame buurvrouw op de hoek, doen een boodschap voor haar.
Veel is ongepast. Zoals hopen dat niemand zal tikken. Maar oorlog, of daarmee vergelijken, is erger, denkt ze.
Wij hielden ons afgelopen weekend aan de maatregelen, daarom is de regering trots op ons. Zo brachten wij in het paasweekend een digitaal bezoek aan onze oma
Of ziek worden, zieke geliefden hebben. Dat die niet beter worden.
En ook komend weekend gaan wij niet als een opdringerige, zweterige sprinkhanenplaag op smalle dijkweggetjes wielrennen of motorrijden
Een onveilig thuis hebben.
Wij zijn vóór een corona-app, want gezondheid gaat voor vrijheid
Niet de wij-retoriek, die is zeker niet het ergst. Ze telt de blaadjes van haar kamerplant. En ze heeft tenminste een thuis. Lang geleden nog stenen voor gegooid, samen met haar mede-boomers: ‘geen woning geen kroning’. Ongepast, die gejatte halfrijm.
Koningsdag wordt woningsdag want wij zijn, dat blijkt, een volwassen democratie