Vandaag staan we vroeg op. We blijven geen seconde langer liggen en zetten kordaat onze voeten op het koude zeil. Onder de douche bedenken we wat we aan zullen trekken. Het is zo’n dag voor kleurig ondergoed en sokken zonder gaten. Zo’n dag van weergaloos willen stralen zonder dat iemand de moeite daarvan ziet. Gewassen en gestreken schuiven we aan de ontbijttafel. We eten boterhammen met hagelslag en een enkeling leest de krant. We kijken naar buiten. Een van ons fietst voorbij met twee kinderen, een boeket tulpen en een aktetas. Aan de overkant, op het balkon, twijfelt een kat of hij terug naar binnen wil. We wachten. Iemand schenkt een tweede kop koffie in. Een ander slaat haar ogen op. We wachten.
We weten niet hoe je arriveren zal. Misschien ben je op de vlucht of vloog je simpelweg de liefde achterna. Misschien droeg je moeder je negen maanden lang in haar eigen vlees en begint ze nu met puffen. Misschien houdt je vader haar hand vast, misschien knijpt zij zijn vingers blauw. We weten niet hoe je worden zal. Zo iemand waarbij we voordringen in de rij, simpelweg omdat we je niet zagen. Of een held, een alles-willen-weter, een moordenaar. Misschien zullen we over dertig jaar zeggen ‘was jij maar nooit geboren’. Misschien is 21 maart over vijftig jaar een feestdag waarbij we driedelige kostuums met hoge hoedjes dragen en een lied zingen ter ere van jouw bestaan. We weten het niet. We weten niets.
Vandaag staan we met z’n allen in een weiland, 16.999.999 mensen op een rij. Onze schoenen zakken weg in het zachte gras. Iemand draagt een spandoek met daarop in grote letters ‘welkom’, een ander rolt zijn mouwen op. In de verte, op de dijk, verschijnt een witte limousine. Soepel glijdt hij over het strakke asfalt, zigzagt zich een weg naar het weiland toe. Wij houden onze adem in. De auto stopt, een deur zwaait open. Daar ben je. Onze zeventienmiljoenste, onze aller uniekste. Als één lijf komen we in beweging, rennen op je af. We werpen ons aan je voeten, kussen je wangen tot bloedens toe, schreeuwen onze kelen schor: welkom, welkom, welkom. We hijsen je op onze schouders, sluiten je in onze harten. Vanaf vandaag is alles anders. Vanaf vandaag zijn we compleet.