We moeten beter opruimen. Ja, ik ben ook de laatste die dit zou moeten zeggen. Maar, als je mij niet gelooft, geloof dan maar mijn moeder: we moeten beter opruimen.
We moeten beter opruimen want het waait. Dat had je al gemerkt denk ik. Eerst heette ze Corrie. Toen Eunice. Nu waait ze nog steeds. Ik las net dat ‘ie vandaag Franklin heet. Hier op de boot wiegen de lampen en lijkt het alsof ik constant een glas wijn teveel op heb, maar dat is niet erg.
De wind waait mensen, bomen, fietsers EN auto’s om. Pannen van daken, daken van huizen, schuren de tuin uit. Dat is iets erger. En een beetje eng. Dat de lucht ineens karakter heeft. En spierballen. Dat de lucht een stuk meer push-ups heeft gedaan dan jij (Ik snap het: het waaide te hard om naar de sportschool te fietsen en op de vloer kon het niet, je hebt al weken niet gezogen).
Maar boven alles laten deze stormachtige dagen ons zien dat we beter moeten opruimen. En dat er overal losse spullen liggen (Of misschien lagen de spullen niet perse los, maar zag de wind mogelijkheden).
Ik weet niet veel van opruimen. Maar wat ik weet is dat opruimen toch vooral losliggende spullen ergens in, op, onder of achter leggen. Het liefst een beetje uit het zicht. En op een plek waar je ze later terug kan vinden, mocht je ze ooit nog nodig hebben.
Want als je dat niet doet, dan ruimt de wind ze op. En de wind houdt nergens rekening mee. Die waait alles gewoon een toevallige kant op. En in mijn buurt is die kant toevallig het riet en het water. En dus ligt zowel het riet als het water nu vol met al onze losliggende spullen. Spullen die we nooit meer teruggaan vinden mochten we toch wel nog ooit een mondkapje, lekke voetbal, stuk piepschuim of een zak voor je paprikachips tekort komen.
We moeten dus beter opruimen. En ik wil best beginnen. Als de regen ooit stopt, begin ik met de tuin. Ik zal de flessen wegbrengen en het natte karton. Ik zal de sokken en de handdoeken uit het gras en het bootje vissen en ook voor de gebroken bloempotten verzin ik wel iets. Ik beloof jullie zelfs dat ik over het stofzuigerwrak na zal denken. En iets te doen met de resten tuinstoel.
De volgende keer tijdens het hond uitlaten zal ik een blikje of twee op pakken. Maar dat onderdeel van de Chang’e-5 missie, doen jullie dat dan? Er bestaat immers iets als zonnewind.