Zijn botaniseertrommel staat al klaar.
Zijn boterhammen smeert hij royaal vandaag.
Dik boter, dik kaas en een met jam. Frambozenjam.
Hij smeert er tien.
Zijn voeten in zijn wandelschoenen.
Trekt de veters goed strak aan.
Camera, regenjas, thermoskan thee.
Hij hoopt op wulpen en eidereenden.
Zijn waarnemingenboekje stopt hij in zijn zak.
Zijn lievelingspotlood zit daar al.
Het wordt een mooie dag.
Engels gras.
Groot zeegras (Zostera marina)
Roze wulp: vijf keer.
Biestarwegras.
Billy: vier keer wit, een keer houtfineer.
Gersby.
Finly.
Strandplevier.
Bontbekplevier.
Bonte pieten.
Krukjes met nepbontbekleding: veel.
Lamsoor.
Zulte aster.
Zilvermeeuwen.
Mantelmeeuwen
Vierendertig paar roze kinderschoenen.
Televisies.
Rolletje rolladetouw.
Zeesla.
Darmwier.
Kluut.
Helmgras.
Bergeenden.
Elsa, groen.
Kompaskwal.
Heremietkreeft.
Eidereend met kromme poot.
Wulk.
Barbie: twee keer.
Verfrollers in alle maten.
Handspiegeltjes: negentien stuks.
Puzzelstukjes: gestopt met tellen.
Matras.
Hartman tuinameublement.
Zes zakken organisch dibenzoyl peroxide.
Nogmaals zulte aster.
Kivik tweezitsbank, grijs.
Grutto.
Ken.
Plastic boterhamtrommeltjes
Plastic pillendoos.
Plastic emmers.
Plastic dweilstokken.
Plastic zakkammetjes.
G.I. Joe: driehonderdzevenenveertig keer.
Hij zet zijn schoenen bij de kachel.
Propt er kranten in.
Hij mag een borrel. Misschien wel drie.