shortreads_

Iedere werkdag een kort verhaal over de actualiteit
Menu
  • Beginpagina
  • Auteurs
    • Aafke van Pelt
    • Anna van der Kruis
    • Anne Lichthart
    • Dirk van Pelt
    • Emma Laura Schouten
    • Femke van de Griendt
    • Gastauteurs
    • Jam van der Aa
    • Jens Vydt
    • Jirke Poetijn
    • Joep van Dijk
    • Jozien Wijkhuijs
    • Laurens van de Linde
    • Lena Kurzen
    • Lilian van Ooijen
    • Maaike de Wolf
    • Manik Sarkar
    • Nelson Morus
    • Nicchelle Buyne
    • Pascal Vanenburg
    • Peter De Voecht
    • Steff Geelen
    • archief
      • Anne Büdgen
      • Anne-Minke Meijer
      • Bart Smout
      • Christine Geense
      • Claartje Chajes
      • Derk Fangman
      • Elske van Lonkhuyzen
      • Enver Husicic
      • Esther Porcelijn
      • Eva Gouda
      • Eva Kelder
      • Gijsje Kooter
      • Hanneke Hendrix
      • Inge Schilperoord
      • Johannes Westendorp
      • Joop-Maris Vollering
      • Joubert Pignon
      • Kasper van Hoek
      • Kira Wuck
      • Koen Caris
      • Leon Brill
      • Leonieke Baerwaldt
      • Lize Spit
      • Lucas de Waard
      • Mariken Heitman
      • Marron Das
      • Martijn Simons
      • Matthijs Koevoets
      • Max Hermens
      • Michiel Stroink
      • Mijke Pol
      • Nicole Kaandorp
      • Renée Kapitein
      • Renske van den Broek
      • Sander van Leeuwen
      • Sara van Gennip
      • Sarah van Vliet
      • Stefan Popa
      • Sylvia Hubers
      • Teddy Tops
      • Tynke Hiemstra
  • Over shortreads_
Marron Das
op 7 mei 2018
Deel dit verhaal

Wachten tot de winter komt I

Maar eerst is er de zomer. Een eeuwige zomer; dat weet je omdat ze in april begon. Ze heeft zichzelf verraden. Onverschrokken is ze, en ze zal stand houden.

In elk geval is er de regen niet, is er de wind niet, zijn er weinig donkere uren om je in af te vragen of je haar ooit terug zult zien. Zolang de nachten al voor het avondeten begonnen was alles mogelijk, maar met de maan verdween de hoop.
Er zijn de ijsjes, het vertrekken zonder jas, het eten in tuinen, het wakker worden van de hitte van de zon. De parasols, de zomerjurken, de slippers. De dagen aan de oever.
Het turen naar één speciale stip in de verte. Een stip op een groene handdoek. Mintgroen noemde je die kleur vroeger, en nu misschien nog steeds wel.
Het zwemmen tot de aangelijnde ballen, daarachter het risico door een schip verzwolgen te worden. Vroeger was ‘tot je knieën de zee in’ al niet ver genoeg; nu zou je het water tot meters boven je hoofd laten gaan om de overkant te bereiken.
Je afvragen of je onder de schepen door kunt zwemmen. Je afvragen hoe diep het zal zijn. Je afvragen wat het uitmaakt.
Begrijpen dat de hond de zomer niet verdragen kan. Het voor het eerst in altijd met haar eens zijn. Op het balkon gaan zitten, maar onder de douche gaan staan om af te koelen. De ramen open zetten, maar de gordijnen dicht laten tegen de hitte. Naar het strand gaan, het zout in je haren voelen, acht zonnebrillen verliezen, sangria halen bij de strandtent, drinken tot diep in de nacht.
Wensen dat de dagen korter waren.
Hoe langer de nacht, hoe minder ver de winter.




Vorige verhaal
WIE IK BEN
Volgende verhaal
Lieveling

Over de auteur

Marron Das

Marron Das schrijft proza, podcast en scenario. Ze studeerde aan de schrijfopleiding op de HKU en schreef voor o.a. SLAA, Ondercast, Fringe en De Toneelmakerij.

Ook van deze auteur

door Marron Das
11 april

McDrive

3 Minute Read
door Marron Das
06 december

Doortocht

3 Minutes Read
door Marron Das
18 oktober

Nachtvlinder

3 Minute Read