shortreads_

Iedere werkdag een kort verhaal over de actualiteit
Menu
  • Beginpagina
  • Auteurs
    • Anna van der Kruis
    • Anne Lichthart
    • Anne-Minke Meijer
    • Christine Geense
    • Claartje Chajes
    • Dirk van Pelt
    • Enver Husicic
    • Elske van Lonkhuyzen
    • Gijsje Kooter
    • Jam van der Aa
    • Joop-Maris Vollering
    • Jozien Wijkhuijs
    • Kasper van Hoek
    • Laurens van de Linde
    • Lena Kurzen
    • Leon Brill
    • Manik Sarkar
    • Matthijs Koevoets
    • Nicole Kaandorp
    • Renske van den Broek
    • Sarah van Vliet
    • archief
      • Anne Broeksma
      • Anne Büdgen
      • Annemarie de Gee
      • Bart Smout
      • Derk Fangman
      • Esther Porcelijn
      • Eva Gouda
      • Eva Kelder
      • Hanneke Hendrix
      • Inge Schilperoord
      • Jirke Poetijn
      • Joubert Pignon
      • Kira Wuck
      • Koen Caris
      • Leonieke Baerwaldt
      • Lize Spit
      • Lucas de Waard
      • Mariken Heitman
      • Marron Das
      • Martijn Simons
      • Max Hermens
      • Michiel Stroink
      • Mijke Pol
      • Pascal Vanenburg
      • Renée Kapitein
      • Sander van Leeuwen
      • Sara van Gennip
      • Stefan Popa
      • Sylvia Hubers
      • Teddy Tops
  • Over shortreads_
Anne Büdgen
op 19 november 2018
Deel dit verhaal

Vriesfik

Het leken een vader en moeder, de tandarts en zijn assistente. Het had uiteraard ook andersom kunnen zijn, zij de tandarts en hij de assistent, maar maandag is geen dag voor geleidelijke verandering.

Ik had het op de foto’s gezien. Er zat rommel opgehoopt. Er was maanden gewacht ‘want soms lost het zich vanzelf op’. Dingen lossen zich zelden vanzelf op, daar was ik op mijn veertigste wel achter. Er was al maanden de thee die de boel in de vriesfik zette, het water als snijdend ijs en de wind die genadeloos langs de tanden streek terwijl ik praatte, lachte en nieste. Een poollandschap in je blootje. Er is een gevecht gaande, en vechten doet pijn, zeiden ze. Geef het de tijd.

Maar de oorlog werd niet gewonnen, mijn legers lagen verslagen in de berm. Er moest worden geprikt, er werd een lap plastic aan mijn tandvlees geniet, er werd geboord en gevijld. De vader mompelde instructies, de moeder klopte op mijn arm. ‘Je doet het heel goed.’

Ik dacht intussen in flarden. Gisteren was er een vak in mijn straat. Een stukje gras met dranghekken. Daar zouden de demonstranten staan, ver weg van elke optocht. Maar daar wilden ze niet staan. Ze wilden in het centrum, dichtbij waar het gebeurde, dichtbij de camera’s, bij de macht. Dat lege vak, daar ging het over. Ik zag plots allemaal lege vakken. Als ongemeubileerde kamers trokken ze aan me voorbij. Kamers in huizen waar niemand woont. Daar valt het niet op als alle kranen open worden gezet, als er met vuisten op de muren wordt geslagen, als het alarm afgaat.

Er ging een alarm af. Er werden mensen met eieren bekogeld. Er werden stemmen gesmoord. Er zit een ontsteking. Hij gaat niet weg. Hij ettert door. Er moet een boor in. Het moet worden schoongespoten, de gaten moeten worden gedicht. Er moet een vader mompelen en een moeder een hand vasthouden. En andersom mag ook. Het zal pijn doen maar veel pijnlijker is het sudderen, het wachten. Een grimmig poollandschap in wat ooit kale takken was, met een helderwitte maan.




Vorige verhaal
De eik
Volgende verhaal
Zwarte Piet: dit is hem niet
Zwarte Piet

Over de auteur

Anne Büdgen

Anne Büdgen schrijft gedichten, korte verhalen en theater. Onlangs verscheen haar eerste roman Boven de straat hangt een witte lucht, dagboek van Anna Meesink vol psalmen, slordig geschreven gedachten en poëzie.

Ook van deze auteur

door Anne Büdgen
08 maart

Van heilig nut

2 Minute Read
door Anne Büdgen
15 februari

Eindelijk

2 Minute Read
door Anne Büdgen
25 januari

Camera

2 Minutes Read