Waar Peter aan de dode forel is gekomen blijft een raadsel, hij weet het zelf ook niet meer. Je kunt soms rare dingen doen, zonder dat je het zelf doorhebt. Pas achteraf realiseerde hij zich wat voor indruk hij had achtergelaten. Of hij ziek was geworden van het bijten in de rauwe vis?
Niet dat hij weet, hij had wel maagklachten, maar die kunnen overal vandaan zijn gekomen. Peter dacht zelfs dat hij de regen kon stoppen. Hij wees naar boven terwijl hij zonder kleren de heuvel op fietste en smeekte de lucht te stoppen met water strooien. En de regen stopte en Peter dankte God of iets anders dat boven hem stond. Want eigenlijk gelooft hij niet in God.
Daarna liep hij het winkelcentrum in en hield de forel omhoog als een toverstaf en iedereen deed wat hij vroeg. Peter zei dat in zijn herinnering de straten zo vol waren dat iedereen bijna verpletterd raakte, maar camerabeelden lieten echter een heel ander beeld zien. Een eenzame naakte man op een plein die met een vis aan het zwaaien was. Toen hij door een winkelier overmeesterd werd beet hij als een wild dier om zich heen.
Peter zei dat het in een vlaag van verstandsverbijstering gebeurd was. Sindsdien had niemand hem in het winkelcentrum nog gezien.