Ik lees een artikel waarin staat dat pubers die financieel te veel worden beschermd door hun ouders niet leren verantwoordelijk te zijn. Dat is eerlijk gezegd een grote opluchting. Als stralend Goois jongetje had ik vroeger in materieel opzicht weinig te klagen en nu, op dertigjarige leeftijd, kan ik gerust zeggen dat elke vorm van verantwoordelijkheid mij totaal vreemd is.
Dat is dus de schuld van mijn ouders. En dat lucht op.
Ik lees ook ergens dat ouders wat betreft de opvoeding van hun kroost maar tot een bepaalde leeftijd invloed kunnen uitoefenen. Daarna nemen vrienden het over.
Ik heb zo’n vriend, hij heet Gijs. Afgelopen april kwam hij op mijn verjaardag aanzetten met een sinaasappelboom. Ik begreep onmiddellijk dat het een test was en beloofde goed voor de plant te zorgen. Ik gaf hem water, streelde iedere avond zijn bladeren en als het mooi weer was nam ik hem mee het balkon op om te roken.
Na drie weken was mijn sinaasappelboom dood.
Laatst schonk Gijs mij samen met zijn vriendin Miep om onduidelijke redenen twee goudvissen. Het leven schoot in twee oranje flitsen door mijn kamer, het maakte me bloednerveus.
Dit zijn trouwens niet mijn eerste vissen. Veel eerder kreeg ik van Miep en Gijs, toen nog een gelukkig echtpaar van veertien, ook al een keer twee goudvissen. Dat was geen groot succes, al kon ik daar zelf weinig aan doen. Omdat ik op vakantie ging bracht ik de vissen onder bij Miep, die haar eigen cadeau vervolgens niet in leven wist te houden. ‘Maar,’ zei Miep ernstig bij mijn terugkomst, ‘ik heb de lijkjes bewaard in de vriezer zodat je ze zelf kunt begraven.’
Ditmaal heeft Gijs aangeboden eens in de twee weken langs te komen om de vissenkom te verschonen. Maar dat lijkt me toch een beetje gênant. Ik heb nu geopperd mij in ieder geval eens in de twee weken te waarschuwen.
Ben al met al erg blij met mijn nieuwe huisgenoten en deze keer beloof ik plechtig beterschap. Ik voel me vreselijk verantwoordelijk en ga mijn vissen zo voor de elfde keer vandaag voeren.