1
Dit is hoe het gaat.
2
De Russen verhuizen naar London en worden daar vermoord door andere Russen. Maar als je met de vinger wijst en zegt: ‘Jullie waren het!’, dan wijst de vinger naar een lege plaats. ‘Wij waren er niet,’ hoor je dan, ‘wij zijn er nooit geweest.’
3
Neem nu de Krim, of Syrië. De doden zijn er, de wapens zijn er, de ruïnes zijn er. Maar de Russen? Ze zijn er niet, ze zijn er nooit geweest.
4
Geritsel in de gang. Je vraagt: ‘Wie is daar?’ En een stem antwoordt: ‘Niemand.’ Als je gaat kijken, is de gang inderdaad leeg, maar vijf seconden later wordt er gevraagd waar de kapstok staat.
5
De gewone Rus zit voor de televisie en lacht: ‘We waren er wel, we zijn er altijd geweest.’ Ondertussen doet de wodka zijn werk, zorgt ervoor dat het lichaam langzaam verdwijnt, dat alle sporen van een leven oplossen in het niets.
6
Vroeger, tijdens verstoppertje spelen, zat ik gebukt achter een muurtje. Ik hoopte dat ik niet gevonden zou worden, maar ik hoopte ook dat ik niet ongezien zou blijven. Goede herinneringen, de tijd vloog, de spanning was om te snijden. De Russen weten zichzelf goed bezig te houden. Geef ze eens ongelijk. Het leven duurt ook veel te lang tegenwoordig.