Zo schatje, ga maar lekker aan tafel zitten. Kijk maar eens wat papa gekocht heeft bij de bakker. Jaha, croissantjes! Vers van de bakker. Blijf er nog maar heel even vanaf, lieverd. Papa gaat jou eerst een verhaalje vertellen. Wil je alvast een kopje thee? Ja, lekker zien ze eruit hè. Dat vind ik ook hoor. Ik zou er zo mijn tanden in willen zetten. Kom je even op schoot zitten voor het verhaaltje, dan mag je straks zo’n heerlijk croissantje eten. Of een volkoren speltboterham, dat kan natuurlijk ook. Heb ik ook gekocht.
In Polen, dat is een land in Europa waar het vaak heel koud is, woont een hele aardige lieve dikke bakker, die iedere ochtend om 4 uur opstaat om heerlijke croissantjes te bakken. Bakker Boris. En de Poolse mensen kopen die croissantjes, bijvoorbeeld voor hun kinderen, want de Poolse kinderen zijn er ook dol op. In de bakkerij van Boris werkt een mevrouw die de broodjes verkoopt. Die mevrouw heet Karola. Korola is een prachtige jonge vrouw, met lange blonde haren en een lieve glimlach. Maar wat niemand weet, is dat Korala de dochter is van een van de laatste heksenfamilies van Polen. Iedere nacht vliegt ze samen met haar moeder en zussen op een bezemsteel door de stad en verzamelen ze paddenstoelen en spinnenspuug voor in hun heksenketels. Karola houdt niet zo van kinderen. En op een ochtend, Boris was even naar de wc was en de winkel was leeg, toen dacht ze, wat zal ik eens doen, weet je wat, ik gooi wat van mijn toverdrank over de croissants. Kinderen zijn daar gek op, kunnen we lachen. Dus ze haalde een klein flesje uit haar broekzak, trok de dop eraf en sprenkelde een druppel groene vloeistof over een croissant. De croissant trilde, groeide tot een vloerbrood en kromp toen weer ineen. Van de toverdrank was niks meer te zien. Ze had net haar flesje weer opgeborgen toen er een vrouw en een kind de winkel kwamen. Ik hoop dat ze croissantjes willen, dacht Karola. En dat wilden ze. Eén croissant. Karola stopte het betoverde croissantje in een zakje, en de vrouw stopte het in haar tas. Thuis dekte de vrouw de tafel en ze riep haar dochtertje. Marlenica heette die dochter. Vind je dat een mooie naam? Ze was 6, net als jij. Daar zat Marlenica. Het croissantje was voor haar. Ze pakte de croissant in haar ene hand, en haar andere hand had ze haar mes. Want ze wilde heerlijk boter op haar croissantje smeren. Daar hou jij ook van hè? Marlenica zette haar mes op de croissant, en sneed. En in een keer scheurde de croissant open. En weet je wat eruit spoot? Bloed. Allemaal rood, warm, plakkerig bloed. Over Marlenica heen. En een bougie. Die hoort eigenlijk in een auto.
Zo, dat was het verhaaltje. Ga je nu lekker op je eigen stoel zitten? Eet smakelijk.