We hebben hem gezegd dat iedereen vakantie heeft. De mensen van het café hebben vakantie. De buschauffeur heeft vakantie. De Ikea heeft vakantie. Het museum heeft vakantie.
De dagbesteding heeft vakantie.
Hij heeft zelf natuurlijk ook vakantie. Iedereen heeft vakantie. Zelfs de mensen van het hotel hebben vakantie.
Het is gek. Elke dag in een huis zonder tuin, terwijl we normaal gesproken dagelijks leuke dingen doen. We proberen er iets van te maken met pizza, veel knutselen en fietsen op rustige plekken.
Op de computer zoekt hij naar plekken die hij wil bezoeken en wijst ze zwijgend aan.
Toen weer ik bij hem kwam na een week verkouden thuis te hebben gezeten, sloeg hij me zes keer met een dik boek. Hoe had ik het ook in mijn hoofd gehaald om niet langs te komen. Daarna kreeg ik een knuffel waar ik me drie minuten lang niet uit kon ontworstelen.
Er zijn momenten waarop ik niet weet hoe ik afstand kan houden.