John is zo lichtroze dat hij bijna echt wit is. Zijn vrouw wijt zijn huidskleur aan zijn ziektes. Hij heeft er zoveel dat hij op feestjes altijd zegt dat hij iets harder stervende is dan zijn gesprekspartner. Tenzij de ander op de terugweg van de verjaardag dronken in de auto stapt en tegen een boom aanrijdt. ‘Maar dan zou je valsspelen.’
Ook John is tegen racisme. Hij kent niemand die voor racisme is.
De dokter zegt dat corona vermoedelijk een ziekte te veel is voor John, dus zit hij al drie maanden binnen. Al voordat Mark Rutte het intelligente huisarrest afkondigde had John genoeg bonen, ansjovis en toiletpapier in zijn kelderkast gestapeld.
Demonstreren op Zoom heeft weinig zin. De Dam is daar een betere plek voor, dat begrijpt John. Hij had ook wel naar de Dam gewild. Om mee te demonstreren en daarna, tegen de avond, een terrasje uit te proberen. Hij heeft het niet gedaan, natuurlijk. Volgens zijn berekeningen kan John pas rond kerstmis weer naar buiten – ver na de tweede golf.
Het zijn uitzonderlijke tijden, maar geen tijden voor uitzonderingen. Vindt John. Trump zou het leger inzetten. Halsema bijt op haar kaken en weigert de politie af te sturen op een protest tegen politiegeweld. Doden vallen er sowieso. Extreemrechts is boos. Of blijboos: ‘Alle zwartjes krijgen corona’. Niemand is blij. John al helemaal niet.
John kent geen racisten, wel veel mensen die zo weinig verschil tussen de zogenaamde rassen zien dat ze de ongelijkheid tussen wit en zwart ontkennen. Schepen vol slaven, ach, dat was toen. Minder kans op een baan omdat de kleur van de huid niet past bij de kleur van het cv-papiertje, ach, dat gebeurt heel soms, maar bij ons op kantoor werkt een half-Surinaamse vrouw.
Racisme is een ziekte waar bijna alle mensen aan lijden zonder dat ze het weten. John haat het.
Zijn zwarte mensen minder belangrijk dan oude en zwakke witte mensen?
John weet het antwoord: nee.
En andersom?
Ook niet.
Iedereen is even belangrijk, of even onbelangrijk. John is tegen racisme én tegen corona. Alle ongelijkheid verdient verzet.
De wereld is zo klein geworden dat het voelt alsof John na vier uur rijden op een terras in Minneapolis kan zitten. Zwarte levens doen ertoe klinkt minder krachtig dan Black Lives Matter, maar toch: ze doen ertoe. Dat weet John ook wel. Dat vindt John ook. Maar het Koninklijk Paleis op de Dam is het Witte Huis niet. Wie naar Minneapolis rijdt, verdrinkt in de oceaan.
John wil ook naar buiten. Hij doet het niet. Als corona hem onderuithaalt, krijgt ook hij geen lucht meer. Zou hij nu in de auto stappen, dan was het om tegen een boom aan te rijden.
Er sterven te veel zwarte mensen onder de knie van politie-agenten. Er sterven te veel witte én zwarte mensen aan corona. John hoopt op ontelbaar veel demonstraties. Eerst op Zoom en dan, na kerstmis, weer op de Dam. John zal er zijn.