Van het raam naar de deur naar het raam naar het kleed naar de deur naar de kast naar het raam naar de deur. Zo begint het meestal.
Dan ga ik even zitten en zoek ik naar woorden maar dat is grotendeels zinloos want de woorden bepalen zelf wel of ze uit hun holen gekropen komen of niet.
Sorry.
Ik wil het graag uitleggen maar het gaat niet in een paar regels.
Soms blijft het ook heel lang stil.
Dan zijn er allemaal mensen die aan me trekken. In mijn hoofd dan. Het is een uitdrukking.
Ik zou het graag wat vaker willen hebben over dingen die er toe doen.
Wezenlijke zaken, weet je. Dingen die écht van belang zijn.
Ik kan het niet uitleggen in een paar zinnen. Ik heb wat meer tijd nodig, ben ik bang.
Ik wil praten over belangrijke, grote vragen, niet spreken om het spreken, niet al die compromissen die we elke dag sluiten. Dat samenvatten, dat concluderen, dat reduceren, dat moet over zijn. En geen oneliners meer. In oneliners zit zoveel minder waarheid dan we altijd aannemen. Waarom zijn we allemaal zo verslingerd aan oneliners?
Ik denk in mogelijkheden. Die kosten tijd om uit te leggen.
Begrijp je?
Nou, en dan sta ik weer even op. Naar de deur naar de kast naar de tafel naar de deur naar de tafel en daar wacht ik nog even wat langer.
Dan loop ik de kamer uit.
Dan zijn daar de camera’s en de microfoons.
En dan, hup: vliegt er zo een leugen uit.