Midden in de nacht word ik wakker van iets en ik merk dat het stil is in huis, te stil. Ik krijg de rillingen, maar ik spreek mezelf toe: ga gewoon even kijken. Ik pak mijn telefoon, stap uit bed en loop de gang op. De deur naar de woonkamer staat open.
Dan zie ik hem. Een lange slungel kijkt me aan, hij laat zich op mijn bank zakken en steekt beide armen in de lucht, alsof-ie onder schot wordt gehouden. In een hand houdt hij een linnen tas.
‘Mevrouw, niet schreeuwen alstublieft. U heeft niets te vrezen.’ Hij heeft een magere kop met slechte tanden. ‘Belt u de politie, dan wacht ik rustig tot ze komen. Zo doe ik dat altijd.’
‘Altijd?’
‘Ik ben beroeps.’ Hij laat zijn armen zakken, de tas op zijn schoot lijkt nog leeg.
Nooit gedacht dat ik met een inbreker zou overleggen hoe ik de politie moet bellen, toch is dat wat ik doe. Hij kent het nummer uit zijn hoofd en biedt aan om het in te toetsen als mijn handen te veel trillen.
Ik bel, beschrijf de situatie en geef mijn adres door. ‘Mevrouw, ik denk dat we hem kennen.’ De stem aan de andere kant stelt me gerust.
‘Ze komen eraan,’ zeg ik tegen mijn inbreker, ‘maar het kan nog wel een uur duren.’ Ik ga zo aan tafel zitten dat ik hem niet uit het oog verlies.
‘Geen probleem.’ Hij heeft zijn benen over elkaar geslagen en haalt een pakje Camel tevoorschijn. Dat was vroeger mijn merk.
‘Mag ik roken?’ vraagt hij, en tikt een sigaret tevoorschijn.
‘Dat mag,’ zeg ik, ‘als je mij er ook een geeft.’
Hij staat op, legt zijn pakje en aansteker op de rand van de tafel en gaat weer zitten.
Zo vaak gedroomd dat ik weer was begonnen, iedere keer opgelucht dat het een droom was. En hier zit ik midden in de nacht met een pakje Camel en het is geen droom.
De kamer staat in no time blauw. Hij tikt zijn askegel af in een waxinelichthouder, ik in de plantenbak.
Als je een uur lang samen sigaretten zit te roken, dan ontstaat er een zekere vertrouwdheid. En voor ik het weet vertel ik hem mijn hele hebben en houden.
Over mijn huis, mijn ex, mijn vorige exen, en dat waar Slungel nu zit ook de plek was waar die ene ex altijd zat. Over deze situatie en hoe ik het waardeer dat hij rustig blijft en zijn verantwoordelijkheid neemt. Over roken en de verschillen tussen Marlboro, Camel en Lucky Strike.
Dan, als er meer dan een uur verstreken is en het al een beetje licht wordt, zijn de sigaretten op. En is de politie nog steeds niet gearriveerd.
‘Zal ik een nieuw pakje halen?’ vraagt hij. ‘Met een kwartiertje ben ik terug.’
Ik vind het ineens niet meer zo nodig om hem te laten straffen. Hij lijkt geen slechte jongen. En hij kan beter luisteren dan al mijn exen bij elkaar. Ik laat hem gaan.
Als er een half uur later wordt aangebeld, denk ik heel even dat hij het is, met een pakje sigaretten.