Het voelt als ziek zijn, zijn keel dik en schor. Het voelt als langzaam sterven, zijn lichaam koud en blauw. En hij weet wel wat het juiste is. Je lijf uit zijn hoofd, je nummer uit zijn telefoon. Maar hij kan het niet, hij kan het niet. Elke ochtend dat hij wakker wordt naast haar blonde krullen ruikt hij die van jou.
’s Ochtends kust Wim zijn vriendin op haar voorhoofd, haar neus, haar kin. Ze glimlacht, knoopt haar jas dicht en fluistert ‘tot vanavond, lief.’ Wim knikt en sluit de deur. Door het raam ziet hij hoe ze in de auto stapt, hoe deze even niet lijkt te willen starten maar uiteindelijk toch hortend en stotend in beweging komt en de straat uit rijdt. Hij sluit de gordijnen en neemt plaats aan de ontbijttafel. Haar kom met restjes yoghurt en noten schuift hij van zich af. Wim besmeert twee witte boterhammen met chocoladepasta. Snijdt ze in stukjes en neemt een hap. Zacht en zoet blijft het plakken aan zijn gehemelte. Uren blijft hij zitten. Dan staat hij op, pakt pen en papier. Op het aanrecht schrijft hij ‘tuin, mijn lieveling’ en zet het briefje vast op de koelkast met een magneet.
Het voelt als eindeloos vallen, geen bodem in zicht. Het voelt als schreeuwen onder water, waarbij niemand de bubbels ziet. En hij doet zijn best, doet zijn best. Zijn best om niet aan je te denken. Maar elke keer dat hij een liedje op de radio hoort ziet hij voor zich hoe jij het voor hem zingt. En elk glas wijn in die tuin dronk hij het liefst met jou.
‘s Avonds veegt Wim in de achtertuin de scherven van een tuinkabouter bijeen. De rode puntmuts is nog nagenoeg heel. Wim pakt ‘m op, bekijkt ‘m van dichtbij. De randen zijn glad en rond, alsof de muts niet is afgebroken maar de kabouter hem simpelweg heeft afgezet voor hij achterover van het muurtje viel. Wim laat de muts vallen en veegt de scherven bij de rest, op een hoopje naast de container. Zijn vriendin laat hij liggen, haar blonde krullen in de rode plas.
Het voelt als opnieuw geboren worden, voor het eerst lucht die longen in. Het voelt als vrijheid, als dansen zonder de grond te raken. Hij haalt je op, sluit je in zijn armen. Laat je nooit meer gaan. Want alles alles alles deed hij alleen voor jou.