In de Intercity zit hij het liefst op de trap in het tussenstuk. Tegenwoordig is het daar best rustig. Er zijn geen mensen die snel iets op willen eten, terwijl ze tegelijkertijd haastige telefoongesprekken voeren. Of mensen die het gewoon live met elkaar oneens zijn over hoe een misverstand op het werk ook alweer precies is ontstaan en door wie dan.
In het tussenstuk van de intercity zoeken mensen voornamelijk naar de WC en hij weet dan meestal wel waar die ongeveer is. Hier, of in de wagon verderop, of juist in de wagon achter ons. Hij kan goed, vriendelijk, redelijk resoluut, en ook best geloofwaardig in richtingen wijzen en op die manier zit hij ook niet alleen maar in de weg.
Één van de elastiekjes van zijn mondkapje was geknapt. Van zijn reservemondkapje was het elastiek ook geknapt. Geen idee waardoor. Misschien had hij per ongeluk een set mondkapjes met al vooraf geknapte elastiekjes gekocht. Zoiets doen ze in sommige fabrieken ook met spijkerbroeken en misschien waren dit gewoon hele hippe mondkapjes.
Het mondkapje moest wel op blijven, anders kon hij niet onbeboet naar huis. Hij fakete met behulp van het snoer van zijn oortjes dat het mondkapje goed vast zat. Voor niemand, bleek uiteindelijk. Hij zat daar gewoon alleen en er kwam geen conducteur om zijn constructie te controleren. Dat was eigenlijk wel jammer van al die moeite. Het zat behoorlijk ingenieus in elkaar, vond hij zelf.