shortreads_

Iedere werkdag een kort verhaal over de actualiteit
Menu
  • Beginpagina
  • Auteurs
    • Aafke van Pelt
    • Anna van der Kruis
    • Anne Lichthart
    • Dirk van Pelt
    • Emma Laura Schouten
    • Femke van de Griendt
    • Gastauteurs
    • Jam van der Aa
    • Jens Vydt
    • Jirke Poetijn
    • Joep van Dijk
    • Jozien Wijkhuijs
    • Laurens van de Linde
    • Lena Kurzen
    • Lilian van Ooijen
    • Maaike de Wolf
    • Manik Sarkar
    • Marthe van Bronkhorst
    • Nelson Morus
    • Nicchelle Buyne
    • Pascal Vanenburg
    • Peter De Voecht
    • Steff Geelen
    • archief
      • Anne Büdgen
      • Anne-Minke Meijer
      • Bart Smout
      • Christine Geense
      • Claartje Chajes
      • Derk Fangman
      • Elske van Lonkhuyzen
      • Enver Husicic
      • Esther Porcelijn
      • Eva Gouda
      • Eva Kelder
      • Gijsje Kooter
      • Hanneke Hendrix
      • Inge Schilperoord
      • Johannes Westendorp
      • Joop-Maris Vollering
      • Joubert Pignon
      • Kasper van Hoek
      • Kira Wuck
      • Koen Caris
      • Leon Brill
      • Leonieke Baerwaldt
      • Lize Spit
      • Lucas de Waard
      • Mariken Heitman
      • Marron Das
      • Martijn Simons
      • Matthijs Koevoets
      • Max Hermens
      • Michiel Stroink
      • Mijke Pol
      • Nicole Kaandorp
      • Renée Kapitein
      • Renske van den Broek
      • Sander van Leeuwen
      • Sara van Gennip
      • Sarah van Vliet
      • Stefan Popa
      • Sylvia Hubers
      • Teddy Tops
      • Tynke Hiemstra
  • Over shortreads_
Avatar foto Gijsje Kooter
op 16 mei 2017
Deel dit verhaal

toen de mensen kwamen

Er was een ijsbeer die niet geloofde dat je in een verhaal kon wonen. Hij had wel iets gemerkt of gezien of gehoord: van de veranderingen om hem heen. Het was hem heus niet ontgaan, maar zijn moeder maakte het te gortig. Nou was zijn moeder nogal een fantast.
Ze zei: ‘Grappig hè dat je in een verhaal kunt wonen,’ en ze petste met haar poot op het water.
Berend vond dat helemaal niet grappig maar eerder angstaanjagend.
‘Je maakt iets mee en vertelt het na en dan woon je erin.’
Berend had geen zin om gevangen te zitten in een verhaal. Hij wilde eropuit. Jagen op ringelrobben die ook werden bedreigd volgens zijn moeder.

De seizoenen verstreken maar ze bleef op hem inpraten. Ze vertelde hoe warmte werd opgeslagen in de diepere lagen van de zee. Ze verzon het vast, want hoe kon ze dat allemaal weten. Ze vertelde dat de ijsvlakte zou krimpen, dat hij regen zou leren kennen, dat sneeuw een zeldzaamheid zou worden.

Het werd lente, zomer, herfst en winter. Ze verkoelden hun buiken op het ijs en verborgen hun zwarte neuzen achter hun klauwen om hun prooi niet te verjagen. Ze vingen een atlantisch kabeljauwtje en een enkele lodde. Wat op zichzelf al iets exotisch was, want die kwamen uit zuidelijker zeeën.

En het werd zomer, herfst, winter, lente en zijn moeder vertelde dat er zoiets bestond als een tipping point. Dat daarna niets maar dan ook niets meer hetzelfde zou zijn. Overdrijven was ook een vak. Hij zou kennis maken met de mens, een niet erg indrukwekkende diersoort die niet eens kon zwemmen.

Het ijs waarop ze nu liepen zou smelten en ze zouden van elkaar wegdrijven op ijsschotsen. Zij, de beren, zouden in de toekomst de eieren eten van broedvogels. Dat vond Berend een akelig idee. Instinctief wist hij dat kleine vogeltjes eten hem wezensvreemd was. Bepaalde vogelsoorten gingen uitsterven.

‘Het is eten of gegeten worden,’ zei zijn moeder.

‘We zullen gevaarlijker worden voor de mens, want we zullen dichter bij ze gaan leven omdat ze onze natuurlijke omgeving hebben afgepakt.’
Berend vond dat wel terecht maar had helemaal geen zin in wraak. Hij kreeg het er benauwd van en nam even snel een duik in de ijzige zee.

Ze deden een winterslaap. Berend droomde van vervaarlijke ijslandschappen die hij trotseerde. En ze ontwaakten.

‘De ijslaag zal dunner worden en dat heeft gevolgen voor de algen die in dit ijs leven.’
Berend tuurde naar het ijs met zijn zwarte neus naar beneden. Hij werd een beetje moe van zijn moeder.
‘Dat is het voedsel van de vlo- en roeipootkreeftjes en die worden weer gegeten door andere zeedieren die in diepere waterlagen leven.’

De seizoenen verstreken en verstreken en er voer een schip door het ijs. Mensen op het dek zwaaiden naar hem en wezen.

‘Kijk, een ijsbeer,’ hoorde hij iemand roepen. Berend ging extra mooi op zijn achterpoten staan.


Over welk nieuws gaat dit?


Vorige verhaal
HAND IN HAND
Volgende verhaal
Tieten

Over de auteur

Avatar foto
Gijsje Kooter

Gijsje Kooter schrijft toneel, korte verhalen en alles daar tussenin of daarbuiten, ver daarbuiten. Op de drempel van de eerste lockdown, die inmiddels een eeuwigheid ver weg lijkt, was zij mede-oprichter van Papieren Helden, fictief magazine met verhalen voor nu, want fictie kan de wereld redden.

Ook van deze auteur

Avatar foto door Gijsje Kooter
10 juli

met wie je welke weg bewandelt

2 Minute Read
Avatar foto door Gijsje Kooter
19 juni

De wereld is een maquette

3 Minute Read
Avatar foto door Gijsje Kooter
08 mei

dood begraven jarig

3 Minute Read