1
Op een avond in 1922 schrijft Albert Einstein één zin op een stukje papier. Hij is op doorreis in Japan, waar hij voordrachten en lezingen houdt, en heeft die avond een kamer in het Imperial Hotel in Tokyo. Als de hotelbediende de koffers van Einstein brengt, voelt hij in zijn zakken: leeg. Verlegen wil de jonge man weglopen, maar Einstein zegt dat hij moet wachten. Hij loopt zijn hotelkamer in en komt terug met een stukje papier. ‘Hierop staat mijn theorie voor een gelukkig leven,’ zegt hij. ‘Bewaar het goed, op een dag is dit waarschijnlijk meer waard dan een reguliere fooi.’ De hotelbediende bedankt de wereldberoemde natuurkundige en loopt weg.
2
De hotelbediende is pas zestien als hij de theorie voor een gelukkig leven van Albert Einstein krijgt. Hij is niet van plan om de rest van zijn leven koffers naar kamers te brengen. Als een van Tokyo’s grootste criminelen zijn intrek neemt in het Imperial Hotel, grijpt de bediende zijn kans. Door uiterst discreet allerlei klusjes voor hem op te knappen, wint hij zijn vertrouwen. Uiteindelijk wordt de hotelbediende eigenaar van het hotel. Hij koopt andere hotels op, wil een imperium bouwen, maar komt daardoor in de schulden bij de crimineel. Op een dag wordt de hoteleigenaar, die zijn carrière ooit begon als bediende, thuis dood gevonden met kogelgaten in zijn borst en voorhoofd. Omdat hij geen testament heeft en geen familie of vrienden, wordt zijn inboedel verkocht.
3
Het briefje van Einstein komt in handen van een Hamburgse verzamelaar die geregeld overnacht in het Imperial Hotel. De verzamelaar verzamelt alles wat er te verzamelen valt en waarvan hij denkt dat het ooit geld op zal leveren. Hij droomt van wonen in een Italiaans kasteel, samen met zijn mopshond Ulli en zijn pekinees Zsazsa. Als de man bejaard is loopt hij door zijn verzamelkamer, struikelt, en klampt zich vast aan een kast, die voorover helt. Hij sterft onder een berg verzameld papier. Het briefje van Einstein dwarrelt in de lucht als een verdwaalde vlinder en strijkt neer op het achterhoofd van de man.
4
De zoon van de Hamburgse verzamelaar brengt zijn vader naar het crematorium en het briefje van Einstein naar een veilinghuis in Jeruzalem. Het is inmiddels 2017. Er ontbrandt een felle biedingsstrijd tussen twee Russische miljonairs, Youri Koznakowski en Mikhail Lavrov. Uiteindelijk kaapt Youri het briefje weg voor de prijs van 1,1 miljoen euro.
5
Youri geeft een groot feest in zijn landhuis om de aankoop van het briefje te vieren. Ook de miljonair Mikhail Lavrov is uitgenodigd. Vrouwen in glitterjurken en mannen in pakken verdringen zich rond het briefje, dat ingelijst in een van Youri’s veertien woonkamers hangt. ‘Einstein is toch de ontdekker van het heelal,’ zegt een van de gasten, ‘mooi om die in je huis te hebben.’ Mikhail zegt niets, maar als hij aan het eind van de avond vertrekt, tikt hij met een lepel op de rand van zijn champagneglas. ‘Ik dank Youri voor zijn gastvrijheid en alle gasten voor hun aangename gezelschap,’ zegt hij. ‘Graag wil ik iets terugdoen. Over drie weken is iedereen bij mij uitgenodigd om mijn recente aankoop van een Van Gogh te vieren. Het zou mij genoegen doen u allen dan te zien.’
6
Die nacht slaapt Youri niet door de streek van Mikhail. Hij vraagt zich af wat nog meer opzien baart dan de aankoop van een Van Gogh. Een Picasso? Iets van Damian Hirst? Een gitaar van John Lennon? Ondertussen hangt de theorie van geluk van Albert Einstein in de verlaten en verduisterde woonkamer. Eén zin, geschreven in 1922. Op het briefje staat: ‘Een rustig en bescheiden leven brengt meer geluk dan het najagen van succes in combinatie met constante rusteloosheid.’