Er hangen twee jongetjes in het harmonicagedeelte van de tram. Bij iedere bocht wordt de een ingeklemd en de ander uitgerekt. Het is vakantie en ze leunen achterover. Ze praten over school. De een is goed in spelling en de ander echt niet. Ze weten niet welk profiel ze moeten kiezen, zeggen ze. Ze gebruiken woorden als economie en maatschappij en natuur en techniek.
Vlak voor de Dam wordt er van alles omgeroepen. Royal palace. Shopping center. Bij Primark juichen de jongens. Als je vakantie hebt, ga je naar de Dam. Toeristen maken foto’s van de Magna Plaza. Het robuuste paleis lijkt van alle kanten met zijn rug naar ons toe te staan. Op het winkelcentrum zitten meer torentjes.
Bij de hekjes van de uitgang stelt de een de ander voor ook nog naar de Burger King te gaan. Mijn moeder was restaurant manager bij Burger King Schiphol, zegt hij. Ze nam vaak eten mee naar huis. Dat is echt goed eten hoor. Of we gingen daar heen. Dat was echt goed hoor.
Het is alsof hij zijn vriend wil geruststellen. Dat het allemaal goed komt. In het leven. Met school. Met de profielen.
In Den Haag zijn de boeren weer bezig. Ergens giet iemand een chloorverbinding de grond in. De weidevogels kwamen met ons. Toen wij de delta tot natuur maakten, kwamen ze. En nu gaan ze weer weg.
Over welk nieuws gaat dit?