En God zag dat het goed was.
Dat is geschreven in verleden tijd, hè? Zo ver verleden tijd dat zelfs Hijzelf niet meer kan herinneren wanneer het nu precies goed was. Het is niet goed. Al lang niet meer.
Hij ziet het allemaal gebeuren. Op de stukken land waar de mensjes gebouwen bouwden. Ze gaven die plaatsen zelfs namen. Creatieve wezens zijn het, geeft God toe. Parijs, Beiroet, Bagdad. Damascus. Sanaa, Tunis, Suruç. Jeruzalem en Ramallah. De hele wereld die hij aan een stuk geschapen heeft, delen zij weer op. Opdelen, niet delen. Nee, Hij ziet weinig goeds meer. Van overal komen gebeden die Hij niet langer horen wil. Zelfs Hij die alles ziet overziet het niet langer.
Met terugwerkende kracht zou Hij kunnen zeggen dat het een fout was. Dat zwarte spul onder de grond. Hij geeft toe, Hij geeft in. En wellicht was Hijzelf te ijdel. Iedereen moest weten wie Hij was en wat Hij had gedaan. Hij wilde geroemd worden, want wat had hij het allemaal ingenieus in elkaar gezet. Nou, daar is God wel op teruggekomen.
Hij weet wel wat er nu moet gebeuren. Hij is een oude romanticus. Gewoon, een beetje liefde, een beetje mededogen. Elkaar wat gunnen. Open armen in plaats van armen vol met wapens. Maar goed, wie luistert nog naar Hem?
God heeft genoeg gezien. Hij besluit niet meer te bestaan. Zullen de mensjes wel weer geen boodschap aan hebben. De ene helft had daar al toe besloten en de andere kneedde een eigen God die dingen voorhoudt die Hij nimmer zou toezeggen. Die fabel met die maagden bijvoorbeeld. Die heb je nauwelijks in de hemel. Er wordt hier behoorlijk en op zeer hoog niveau gewipt. Het heet immers de hemel.
Vaarwel! Hij is ervandoor. Hij probeert het elders opnieuw. Ruimte zat in het universum. Nu zal Hij wel slagen. Stiekem hoopt Hij dat de mensjes die nieuwe wereld ooit ontdekken, want dat betekent dat ze nog zullen bestaan. Tegen alle verwachtingen in.