“Beweeg je grote teen eens?” Ik ben bij de manueel therapeut en dit tenenverhaal is een zijspoor in het gesprek, maar ik voel me onmiddellijk uitgedaagd. “Doe het dan?” Ik doe het niet, uit angst dat mijn tenen gaan kronkelen, als meelwormen. Als ik het dan toch probeer, verschijnen de krioelende wormen waar ik zo bang voor was. “We hebben geen controle meer over onze tenen, omdat onze voetboog is ingezakt.” Trots laat hij zien hoe het moet. De eikel. De hele zomer ga ik op blote voeten lopen. Ik wil mijn voetboog terug.
Twee weken eerder zat ik met mijn knieën in een zandverstuiving op de Veluwe, om de pootafdruk van een hond van de pootafdruk van een vos te onderscheiden. Bij een vos wijzen de middelste twee tenen iets naar binnen, bij een hond juist wat naar buiten. “Behalve bij honden in goede conditie”, voegt de diersporenspecialist eraan toe.
Een week geleden was er op tv een confrontatie te zien tussen een huiskat en een genetkat, ergens in een dorpje in de Provence. Een genetkat is een gestroomlijnd beest met zwarte vlekken en strepen en enorme nachtkijkers van ogen. De Europese variant van de civetkatten van Azië en Afrika. Muizen vangt hij niet met zo’n bengelend pootje, hij vreet ze gewoon in één hap weg. Geen dier hoort een genetkat naderen. Hij woont in de beboste heuvels rond het Franse dorpje en komt soms naar de boerderij voor muizen. De huiskat, een soort Dikkie Dik, zit bewegingsloos maar alert in de woonkamer. Een vadsige koning, met een platgedrukte snoet en een omvangrijk lijf.
Waren huisdieren niet ooit de domste dieren, die zich het eerst lieten domesticeren? Wat kregen ze terug voor het inleveren van hun gestroomlijnde lichaam en hun scherpe zintuigen? Een comfortabel maar sluimerend leven, terwijl ze door ons worden toegesproken als een zwakzinnige?
Gisteren boden de duivenhouders van Nederland een petitie aan. Slechtvalken en sperwers maken hun dieren dood. De wilde houtduiven weten nog wel te ontkomen, maar de geringde beesten zijn een gemakkelijke prooi. Er gaan foto’s rond van karkassen in valkentorens, de ring nog zichtbaar om het pootje. Tot er maatregelen komen, lopen de duivenhouders bij gevaar met zwaaiende armen hun tuin in. Alsof ze zelf proberen te vliegen. Maar hun armen reiken niet tot buiten de tuin, dat is een domein waarop ze geen grip hebben. En dat willen ze nu veranderen. Wat mij betreft heeft een dier dat zich door mensen laat ‘melken’ helemaal geen rechten in de openbare ruimte.
Hoe het afliep in de Provence? De genetkat vrat alle muizen van de boerderij op. Ging naar de woonkamer, waar Dikkie Dik nog steeds bewegingsloos op de bank zat. Keek hem recht in de ogen en sloop daarna het dorp weer uit, terug naar zijn leven in de bossen. Niet voor hij het bakje met brokjes in de hal nog even leeg at.