shortreads_

Iedere werkdag een kort verhaal over de actualiteit
Menu
  • Beginpagina
  • Auteurs
    • Aafke van Pelt
    • Anna van der Kruis
    • Anne Lichthart
    • Dirk van Pelt
    • Emma Laura Schouten
    • Femke van de Griendt
    • Gastauteurs
    • Jam van der Aa
    • Jens Vydt
    • Jirke Poetijn
    • Joep van Dijk
    • Jozien Wijkhuijs
    • Laurens van de Linde
    • Lena Kurzen
    • Lilian van Ooijen
    • Maaike de Wolf
    • Manik Sarkar
    • Marthe van Bronkhorst
    • Nelson Morus
    • Nicchelle Buyne
    • Pascal Vanenburg
    • Peter De Voecht
    • Steff Geelen
    • archief
      • Anne Büdgen
      • Anne-Minke Meijer
      • Bart Smout
      • Christine Geense
      • Claartje Chajes
      • Derk Fangman
      • Elske van Lonkhuyzen
      • Enver Husicic
      • Esther Porcelijn
      • Eva Gouda
      • Eva Kelder
      • Gijsje Kooter
      • Hanneke Hendrix
      • Inge Schilperoord
      • Johannes Westendorp
      • Joop-Maris Vollering
      • Joubert Pignon
      • Kasper van Hoek
      • Kira Wuck
      • Koen Caris
      • Leon Brill
      • Leonieke Baerwaldt
      • Lize Spit
      • Lucas de Waard
      • Mariken Heitman
      • Marron Das
      • Martijn Simons
      • Matthijs Koevoets
      • Max Hermens
      • Michiel Stroink
      • Mijke Pol
      • Nicole Kaandorp
      • Renée Kapitein
      • Renske van den Broek
      • Sander van Leeuwen
      • Sara van Gennip
      • Sarah van Vliet
      • Stefan Popa
      • Sylvia Hubers
      • Teddy Tops
      • Tynke Hiemstra
  • Over shortreads_
Avatar foto Renée Kapitein
op 17 juni 2020
Deel dit verhaal

‘T is stil in Amsterdam

Als ik eerlijk ben, het gaat verschrikkelijk, vriend. Alle dagen lijken op elkaar. Godverdomme. Alle dagen lijken op elkaar. Uitzichtloos zijn ze. Afgestomd. Als een grote grijze dinsdag middag. Een dinsdagmiddag in een middelgrote provincie stad. Heerhugowaard ofzo. Weet ik veel. Ik kom daar niet, buiten de ring. Ik woon hier. Ik hoor hier.

Maar hier is hier niet meer. Mijn stad, mijn stad niet meer. Deze wallen hun hoofdletter W verloren.

Ja, ja. Ik kom nog buiten. Ik ga de stad nog in. Maar alleen tegen beter weten. Wandelen- zeg ik tegen mezelf. Onzin. Ik wandel niet, ik dwaal. Hopeloos op zoek naar de afwezigen. Wetend dat ik ze niet vinden ga.

Nee, ja dat klopt, of althans een beetje. Het is niet meer doods. Er wordt weer gewinkeld, gedronken, gefietst. De trams rijden nog. Er zijn nog steeds duiven. Er staan rijen voor de coffeeshop. Een levend stambeeld op de Dam. Ik zag gister nog iemand bijna in de gracht vallen. Maar alles wordt overstemd door de afwezigheid van hun.

Ja. Je hebt gelijk, pik. Misschien moet ik het gewoon toegeven ook. Ik mis ze. Ik mis hun oneerbiedig gekots tegen monumentale panden. Het onverstaanbare gelal. Zelfs hun ondoordringbare pislucht, zou voor mij nu ruiken als een stoep na een zomerbui.

Weet je, voor mij zijn het mijn rijk-belegde broodjes op de plank. Wat zeg ik; mijn levende sterren sushi, klunzig fietsend door de stad. Een kluwen van wandelende flessen Moët. Als ik van champagne zou houden dan. Sjiek maagzuur. Geef mij maar een biertje. Wodkaatje-lime van tijd tot tijd.

Kijk, ik ben deze business niet ingegaan om het geld. Nee, dat moet ik anders zeggen; ik ben deze business wèl ingegaan voor het geld. Ja, natuurlijk. Het verdiende aardig. Vaak zelfs lekker. En ik kan het ook prima nog een paar maandjes uitzingen. Maar- godverdomme gozer; ik verveel me. Ik verveel me zo. Ik zou zo graag een paar gesjeesde Italianen op willen lichten. Een groep Britse hooligans een zakje waspoeder willen verkopen. O, man ik zou een moord doen voor een groep apathische Spaanse krakers met hun apathische Spaanse honden. Ik zou misschien, heel misschien -als ze mooie ogen heeft- zelfs een Amerikaans backpackchickie willen matchen met een grammetje onversneden. Nou, dan weet je dat het misgaat hè. Dan herken je jezelf gewoon bijna niet meer.

Het is, het is gewoon.’T is stil in Amsterdam. Mijn god man. ‘T is zo stil in Amsterdam. Ik wou dat ik nu eindelijk weer een toeristje tegenkwam.

 

 

 

 

 

 


Over welk nieuws gaat dit?


Vorige verhaal
Humanoïde
Volgende verhaal
Aantekeningen uit Norilsk

Over de auteur

Avatar foto
Renée Kapitein

Zolang ze zich kan herinneren vertelt Renée Kapitein verhalen. Om deze verhalen een podium te geven studeerde ze dramaschrijven aan de HKU. Één podium vond ze niet genoeg en dus schrijft ze comedy voor sketchgroep Boesjans, (media-)campagnes voor organisaties die dat goed kunnen gebruiken en maakt ze podcasts. Oja en proza: haar debuutroman Waarom we huizen bouwen onlangs uit bij Ambo | Anthos en ze schrijft inmiddels al een tijdje aan een tweede boek.

Ook van deze auteur

Maaike de Wolf door Maaike de Wolf
19 mei

No way, José

1 Minute Read
Maaike de Wolf door Maaike de Wolf
28 april

Een stel wilden

45 Seconds Read
door Steff Geelen
08 april

Soul driven shit

2 Minutes Read