Er trok een wolk over de wereld. Het stof uit de Sahara dat de atmosfeer in werd geblazen zou de hemel rood kleuren, zich ophopen tussen de voegen van stoeptegels en in de hoeken van raamkozijnen, neerdalen op auto’s en in tuinen.
‘Dit gaat ongemak veroorzaken,’ kopten de kranten. ‘Lange rijen bij de wasstraat.’
‘Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren,’ predikten een paar geestelijken tegen een paar kerkgangers.
Tijdens het achtuurjournaal zagen we op een computersimulatie hoe de wolk ons land naderde. Zonder dat we het in de gaten hadden hielden we allemaal tegelijkertijd onze adem even in.
‘Wij willen dat vreemde spul hier niet,’ verkondigde een politicus in een populaire talkshow.
‘Alles staat met elkaar in verbinding’ antwoordde een deskundige. En: ‘Vergeet niet dat we hier te maken hebben met iets cyclisch.’
‘Het kleinste ding,’ twitterden de wetenschappers, ‘kan het grootste verschil maken.’
‘Het gaat er niet om of iets klein of groot is,’ schreef een zelfbenoemde lifestylecoach in krullerige letters onder een foto waarop één zandkorrel stond afgebeeld. ‘Het gaat om de hoeveelheid.’
‘Waren er maar wat minder van jullie,’ grapte een cabaretier die onmiddellijk geblokkeerd werd.
‘De stofdeeltjes hebben samen een gewicht van zo’n 50 miljoen olifanten,’ berekende een wiskundige en zijn opmerking ging viral.
‘Dat is te veel,’ vond een geflipte dansinstructeur. ‘Daar moeten we wat tegen doen.’
In de dagen die volgden werden er protesten georganiseerd voor en tegen het stof. Er braken rellen uit. Ruiten werden ingegooid, winkels werden geplunderd, relaties werden verbroken en vriendschappen liepen permanente schade op. We waren zo druk bezig met onze standpunten dat niemand in de gaten had dat de wolk al over was gewaaid.
‘Stop!’ riep plotseling een kalende man van middelbare leeftijd. Er zat bloed op de kraag van zijn overhemd omdat hij zijn grijze stationwagen met hand en tand aan het verdedigen was tegen een troepje voetbalhooligans. ‘Wacht eens even!’
De man haalde zijn wijsvinger over de motorkap en hield deze demonstratief de hoogte in.
Een zucht van opluchting golfde door de menigte.
‘Het is gebeurd,’ klonk het overal om ons heen. ‘We zijn er klaar mee.’
We hielpen elkaar overeind, klopten het stof uit onze haren en van onze kleren, gingen onze eigen weg.
‘Hier kunnen we van leren,’ opperde de denker des vaderlands voorzichtig via zijn LinkedIn. Maar het was vrijdagmiddag. Iedereen was moe en er moest nog zoveel schoongemaakt worden.
Over welk nieuws gaat dit?