Een stipje voelt ze zich. Ze ziet nu al twee weken niets anders dan zee en lucht. Lucht en zee. Alsof de hele wereld verdween toen ze de haven van Plymouth verlieten. Er is alleen nog lucht en zee. En een zij op een zeilboot. Nog één dag, dan zijn ze in New York. Ze voelt zich nog een beetje kleiner worden. Wie luistert er nou naar een stipje?
’s Nachts verlichten duizenden sterren de oceaan. Nog nooit zag ze er zoveel. Met haar vinger en één oog dicht wijst ze de sterren aan. Stipje voor stipje. Maar ze weet dat het alleen stipjes lijken omdat ze zo ver weg zijn.
Als ze ‘s ochtends wakker wordt ziet ze in de verte wolkenkrabbers. Ze zijn nog heel klein. En hoe dichterbij ze komt hoe groter ze zich voelt.