De meeste mensen werken veel harder dan ik. Of eigenlijk: vergeleken met de meeste mensen doe ik helemaal niets. Dat heb ik in de loop van mijn leven voor elkaar gekregen op volstrekt legale wijze. Nou ja, voor elkaar gekregen, het ging vanzelf. Terwijl ik geen prinses ben en geen huwelijk heb met een miljonair. Waarschijnlijk werken ook prinsessen en miljonairsvrouwen veel harder dan ik – al was het maar aan hun uiterlijke verschijning. Ik ben ook geen leegloper of een uitvreter – niemand noemt me zo, als ik er een was, zou men dat wel graag doen. En ik ben geen dief, want ik heb na mijn veertiende levensjaar nooit meer iets gestolen. Stelen, dat lijkt me pas hard werken, alleen al het onderdrukken van het schuldgevoel – en dan ook nog het stelen zelf.
Hoe komt het dan dat ik maar zo weinig hoef te doen om eenvoudig voort te kunnen leven? Het moet een vergissing zijn. Van allerlei instanties en mensen. In het bijzonder van mijn man en de organisaties die mij betalingen doen als ik simpelweg iets wat ik zelf in elkaar heb geflanst, met woorden die ik uit het collectieve bezit heb geleend, voorlees. Of in gedrukte vorm aanbied.
Ik vertel dit nu. Maar willen jullie het stil houden? Ik heb weliswaar niets verkeerds gedaan, maar ik heb toch het gevoel dat er iets niet deugt.
Over welk nieuws gaat dit?