“Heb je Spikey al gevoerd?!”
Jeffrey haat het wanneer zijn moeder zomaar naar boven schreeuwt. Ze hebben een trap, die kan ze toch gebruiken? Wanneer hij op zolder aan de knoppen zit, mag eigenlijk niemand hem storen. Op een dag staat hij net als Nicky Romero en Ferry Corsten te draaien voor uitzinnige menigten.
“Ja ja ik ga al, ik ga al.”
Voor hij naar beneden gaat surft hij naar nu.nl. Om tijd te rekken en om te kijken of er nog wat spannends gebeurd is in de wereld. Hij leest een kop en schrikt. Die rotlui van de politiek ook, die vervelen zich natuurlijk de tyfus. Gaan ze een beetje Spikey lopen verbieden! Joost Eerdmans? Nooit van gehoord. Als hij mij ontmoet is hij nog niet jarig.
Hij klapt snel zijn laptop dicht om het bericht niet meer te hoeven zien en rent de trap af. Via de achterdeur komt hij in een klein, donker schuurtje, waar drie vriezers naast elkaar staan opgesteld. Op één van de vriezers ligt een grote plastic zak die zijn moeder alvast heeft laten ontdooien. Met de zak in zijn armen loopt hij de tuin in.
Wanneer hij omkijkt, ziet hij zijn moeder in badjas tevreden voor het raam staan. Ze zwaait. Dat mens bemoeit zich ook overal mee sinds ze thuis zit. Ziet ze niet dat hij allang zelfstandig is?
Linksachter in de tuin staat een hok. Het lijkt op een groot kippenhok, maar dan met een vijver erin. Aan de stank is Jeffrey allang gewend. Het liefst had hij Spikey een mooie warmtelamp gegeven en wanden van glas, maar sinds zijn neef met het beestje aan kwam zetten is hij enorm gegroeid. Dat het moeilijk zou worden wist hij, maar na drie jaar baardagamen en dwergboa’s wil je toch wat anders.
Er ligt nog wat bloed van de vorige keer op de tegels, maar in schoonmaken heeft hij nu geen zin. Dat komt morgen wel. Hij klimt op een klein keukentrapje dat naast het hok staat opgesteld en kiepert de inhoud van de zak in Spikey’s buitenverblijf. Tweeënhalve meter geschubde huid komt in beweging. Spikey gooit de katten met zijn snuit in de lucht tot ze allebei in zijn bek zijn verdwenen. Daarna blijft hij een tijdje doodstil zitten. Twee katten per drie dagen is eigenlijk niet genoeg meer, denkt Jeffrey.
Hij knielt neer bij het hok. Wat ben je aan het doen? Ben je aan het nadenken? De gemeente wil je verbieden, maar dat laten we niet gebeuren hè? Niemand pakt jou van mij af. En als ik straks de wereld over reis met mijn muziek, hoeft ma geen katten meer te stropen in de buurt. Dan kopen we kant en klare zakken met ratten, zoveel als je wilt. Dan ga ik met je op de foto en staan we op internet. Een dj met een krokodil! Dat hebben ze nog nooit gezien. Spikey blijft voor zich uit staren. Zijn bek staat een beetje open, zijn ogen staren naar niets in het bijzonder. Reptielen verraden zelden hun gedachten.