Centimetertje zand op de bodem. Schatkistje van playmobil voor de sfeer.
Vijf rondjes per minuut, driehonderd per uur. De wereld vervormd door het bolle glas. Driehonderd keer per uur zwem je langs je potje voer. Hoeveel je daarvan krijgt? Om de dag een halve theelepel.
Nogal wiedes dat je honger hebt.
En dan komt onverwacht de grote dag. Het is tijd, zeggen ze. Met kom en al word je opgetild, op de passagiersstoel gezet, autogordeltje eromheen, ritje naar het meer. Ze laten je vrij. Mijn god, zoveel eten. Overal eten. Blauwalgen, roodwieren, bronmossen. Je vreet je vol. Groeit in alle richtingen.
En dan… komen ze terug. Ze wijzen op de kom. Gebaren dat je terug moet.
Denken ze nou echt dat dat nog past?