De radio stond aan. De hele ochtend ging het nergens anders over. Het proces was zes en een half jaar geleden gestart.
Het was al eens gewraakt. De rechters zouden partijdig zijn, aanhangers van de tegenpartij die hun mening al voor het proces hadden gevormd. Om alle schijn daarvan tegen te gaan hadden ze besloten als mens onleesbaar te zijn. Ze werkten met pokerfaces. Pas die middag, als er recht gesproken werd, mochten anderen weten wat ze dachten, welke mening ze zich hadden gevormd. Ze werkten netter dan ooit. Vriendelijker dan ooit. Alle regels werden gevolgd. Alleen op die manier konden ze de beklaagde monddood maken en kon het recht zijn gang gaan.
Zes en een half jaar geleden. Toen speelden ze met het idee een kind te maken. Het leek haar verstandig om daaraan te beginnen, voor ze te oud zou zijn. Bij haar moeder duurde het een jaar, dat was vaak een goede voorspelling. En haar vader stierf op zijn negenenvijftigste, ze wilde wel dat haar kind de eenentwintig zou halen, voordat ze zelf dood zou gaan. “Ja,” zei haar lief, “jij moet die knoop maar doorhakken denk ik, want als je op mij moet wachten dan gebeurt het nooit.”
Ze besloten te stoppen met anticonceptie en zij dacht elke maand dat het zo ver was. Haar leven zou over zijn. Ze voelde het aan alles. De gekte in haar hoofd. De kriebel in haar onderbuik. Liep met klamme handjes naar apotheken om daar een zwangerschapstest te kopen, waar ze stiekem overheen plaste in een bedrijfstoilet tussen opgestapelde dozen, onder werktijd. Pas toen ze ophield elke gedachte en elke lichamelijke sensatie te monitoren (en met roken, dat moest ze toegeven) gebeurde het. Een jaar later.
Ondertussen was haar zoon vier. Hij ging naar school, naar de kleuterklas. In de schoolkalender die hij mee naar huis kreeg stonden foto’s. Er waren foto’s van carnaval. Carnaval 2020, gokte ze. Een van de juffen droeg een doktersoutfit met wegwerpmondkapje. Ze schrok ervan. Ze dacht dat alleen deze juf zich aan de regels hield en de rest niet, om zich pas daarna te realiseren dat dit pre Corona was. Dat de juf het mondkapje niet droeg om zichzelf of anderen te beschermen. Dat ze zich simpelweg verkleed had.
Ze had het kind naar school gebracht en las het cultureel supplement van haar krant. Het filmfestival van Venetië was begonnen. Een verslaggever was ter plaatse en omschreef wat hij zag. Smoking, avondjurk, mondkapje.