Ze hebben moeten bijbetalen maar nu zitten ze op 3A en 3B, de goede plekken dus, helemaal voorin. Hij geeft haar de raamplaats. Hij kent ze al, de bergen, de bossen, de snelwegen. Hij heeft zich er al over verbaasd dat de plaatjes uit de atlas kloppen.
Ze zijn vroeg opgestaan. Hij was nerveus, vanochtend. Het vliegtuig vertrok om 7.35, en dan moesten ze al lang van tevoren op het vliegveld zijn. Zij zei: ‘Dat zeggen ze zodat niet iedereen op het laatste moment komt. Maar we hebben al ingecheckt en we hebben alleen handbagage. Echt, we zijn vroeg genoeg als we drie kwartier van tevoren op het vliegveld zijn.’ Maar hij was het daar niet mee eens, hij zei: ‘Ik wil gewoon op tijd komen. En trouwens, dat zeggen ze toch niet zomaar, en stel dat de trein vertraging heeft?’ Ze onderhandelden en ze kwamen er uit, en nu vliegen ze boven midden-Europa.
Over een uur en een kwartier komen ze aan. Ze kijkt uit het raam. Het is prachtig weer, de lucht is transparant, er zijn wat kleine wolkjes. Ze ziet een grote stad liggen. Straten. Huizen. Inwoners. Ze weet welke stad het is. Ze vermoedt dat ze er nooit een voet zal zetten. Haar gedachten blijven even hangen bij al die mensen die er wonen, wandelen, vrijen, kinderen krijgen, afstuderen, heupen breken, op een onnodige manier onder een streekbus belanden, en dat zij daar nooit iets van zal weten.
Maar die gedachte duurt maar een ogenblik, want ze heeft haar hoofd weer op zijn schouder gelegd. Ze doet haar ogen dicht en ze lacht een beetje, ze heeft haar mondhoeken opgekruld en ze ruikt zijn geur, en als iemand haar op dat moment had gevraagd of ze gelukkig was had ze ja gezegd, want ze voelt zijn schouder tegen haar jukbeen en het gebrul van de straalmotoren heeft iets rustgevends.
En dan.
Klinken in de passagierscabine vier piepjes.
Of piepjes, het zijn elektronische nabootsingen van een gong. Ping-ping-ping-ping.
En ziet ze de purser, een man met een wuft mondje en een wijkende haarlijn, naar de telefoonhoorn lopen die speciaal voor hem aan de voorste wand van de passagierscabine is bevestigd; en hij neemt op, hij praat, zijn wenkbrauwen bewegen mee met zijn woorden en hij hangt weer op, dat wil zeggen dat hij een knop indrukt om het gesprek met de cockpit te beëindigen, en daarna drukt hij een andere knop in zodat hij de passagiers kan toespreken en dat doet hij ook, en hij zegt, in Engels met een sterk accent dat ze niet kan thuisbrengen, ‘Ladies and gentlemen, we have just heard from the Captain, I mean from the ground, from ground control, that the authorities, I mean the flight control have just let us know that we have a technical problem, and that we, that I am afraid we have to make an unscheduled stop, but I hope that on behalf of…’
De rest hoort ze niet, want ze is gestopt met luisteren.
Shit, denkt ze. En ze pakt zijn hand en knijpt erin.