Twee mensen zitten op een terras. Ze reciteren gedichten uit hun hoofd. Ze leggen hun rechterhand om beurten op de dichtbundel die op tafel ligt. Hij draagt zijn existentialistische trui. Zij heeft haar ene been over het andere geslagen. Haar voet achter haar kuit gehaakt.
De stroom mensen op straat is aanhoudend. De politie adviseert niet meer richting binnenstad te gaan.
Ze eten viskoekjes. Hij eet een Pad Thai met stokjes. Zij een veganistische rode curry.
Binnen in het restaurant is een scherm opgesteld met stoeltjes. Ze houden niet van voetbal maar de stad werkt aanstekelijk.
‘Laten we eens gek doen,’ zegt hij.
De barvrouw zegt dat ze hadden moeten reserveren om naar het grote scherm te mogen kijken, maar dat er toevallig twee afzeggingen zijn van Walter en Saskia.
‘Onthoud die namen,’ zegt ze.
Op de stoeltjes die in formatie staan, zitten briefjes geplakt met namen. Walter en Saskia zitten niet naast elkaar, dus plakken ze het briefje Els op de voormalige stoel van Walter. De rekening wordt voor het gemak op naam van Walter en Saskia gezet, want aan tafel 110 zitten nieuwe mensen.
In het rood-wit gestoken mannen drinken grote glazen bier. Ze komen niet uit de grote stad en schreeuwen hard. Saskia en Walter krijgen ook grote glazen aangereikt. Er worden bakken chips doorgegeven.
Al snel valt er een doelpunt. Dat komt omdat de aandacht bij het publiek verslapt, zegt Walter. Zij is in aanvang nog voor Ajax, maar fluistert hem al snel in het oor dat ze het Manchester gunt. Een man staat op en loopt voor het scherm langs. Twee vrouwen zoeken naar hun stoel.
Het tweede doelpunt valt net na de rust. Saskia zit op de wc en Walter staat nog buiten omdat hij denkt dat de rust een half uur duurt. Ze zien de frommelomhaal in de herhaling.
Na de wedstrijd gaan Walter en Saskia naar huis.
Er slingert een jongen door de straten, eenzaam. Hij schreeuwt om de zoveel meter ‘joden.’ Op de brug glimlacht een vrouw op de fiets naar hem. Ze schreeuwt ‘joden’ terug en denkt vervolgens: heb ik nog wel thee in huis.
Er komen drie kapsalon etende mensen voorbij.
Saskia en Walter die elkaar vanavond ontmoet hebben, komen veilig thuis. ‘Is dit jouw huis of mijn huis?’ vraagt Saskia. ‘Jouw huis,’ zegt Walter.