Als mensen de handen in elkaar slaan, dan is dat om er een zooitje van te maken. Shortreads daar gelaten, is dat toch wel de tendens. Er zijn heel wat problemen die om een oplossing vragen, maar ons antwoord is steeds: nog meer problemen maken.
We lopen door de grijze dag, voelen koude prikjes op ons gezicht, zien door half-beslagen tramramen een kolonne fietsers met paraplu voorbijrijden. Een oudere heer trekt een pak geld uit de automaat. Bij de bakker staat een fiets geparkeerd met een pop op het kinderzitje. Een pop met een nachtmaskertje over de ogen.
De plasticberg is groeiende. Bij meisjes wordt autisme niet herkend. Italië is uitgeschakeld. En in Zimbabwe heeft een aantal mensen de handen in elkaar geslagen.
Bij de kinderboekwinkel ligt nu al weken één kinderboekenreeks in de etalage. De zaak voor kunstenaarsbenodigdheden is dicht. Op straat liggen hier en daar regenboogjes vanwege een lekkende tank. Op de stoepen staan bestelbusjes.
De tram rijdt niet om vandaag. Van binnen is hij ruimer dan anders. De conducteur is weg. Er is een meisje in een kinderwagen dat alles nog normaal moet leren vinden.