Zoals met de meeste WhatsApp groepen had ik het buurtpreventiegroepje voor een jaar op stil gezet. Afgelopen week, in een vlaag van verveling, scrolde ik door de gesprekken. Ik had veel gemist. Er bleken behoorlijk wat verdachte figuren door mijn buurt te struinen, die bovendien verdacht gedrag vertoonden, meestal hadden ze een petje op, of een capuchon. Nu ik er over nadacht had ik de laatste tijd misschien inderdaad van dat volk in mijn buurt gezien. Meestal waren het mannen.
Gelukkig waren er 132 oplettende buurtgenoten die zich hadden verenigd in een WhatsApp groep.
De groep had een duidelijke leider, Maarten, die door de anderen werd aangesproken als De Coördinator. Hij zorgde ervoor dat alles in de groep via De Spelregels verliep. Er werd vaak gerefereerd aan De Spelregels.
Jeroen stuurde op een zaterdagnacht een bericht over een kleine Daewoo die al langere tijd geparkeerd stond voor zijn deur. Er zaten drie personen in, alle drie donker, petjes en capuchontruien. Later die nacht meldde Martine dat er onder haar raam een man anderhalf uur ‘auf wiedersehen’ had staan roepen. De politie had de man weggestuurd, maar ze wilde het toch even melden.
Volgens Quirine werd er open vuur gestookt in de bosjes op de hoek. De Coördinator vroeg of ze 112 had gebeld.
‘Nee, zal ik dat doen?’
‘Ja.’
‘Maar dit staat ook gewoon in De Spelregels,’ voegde De Coördinator er een half uur later aan toe.
Er werden steeds meer telefoonnummers aan de groep toegevoegd. Hoe groter de groep werd hoe meer behoefte er leek vast te houden aan De Spelregels. Er kwamen steeds minder meldingen van verdacht gedrag uit de buurt. Het gedrag binnen de groep was steeds vaker onderwerp. Er ontstonden ergernissen.
Zo was het niet de bedoeling om de groep zomaar om advies te vragen (Sam: ‘Onze fiets staat buiten aan de ketting. Is dit veilig of moeten we hem binnenhalen?’) of te geven (Michelle: ‘Sowieso ergens aan vastzetten.’).
De Coordinator: ‘Graag alleen urgente meldingen op de app. Reacties en deviezen die niet direct nodig zijn graag rechtstreeks uitwisselen met elkaar. Dank hiervoor.’
En voegde opnieuw een link naar het document met De Spelregels toe.
‘Helder,’ typte Sam van de fiets aan de ketting.
De sfeer in de groep werd grimmiger. Soms werd de toon zelfs beschuldigend.
Ferdinand: ‘Heeft iemand nog iets meegekregen van poging tot inbraak rond 20.00 uur aan de ….straat 2? Raar dat er nog niks vermeld is op deze app. Maar ogen open dus rond dit tijdstip in ons buurtje.’
Ons buurtje, dacht ik. En ik voelde hoe mijn hart zich vulde met warmte.
Jolijn maakte melding van verdachte figuren in een stilstaande auto, maar ze gaf maar het halve nummerbord.
Michelle: ‘Aan De Coordinator: misschien nog een keer De Spelregels voor de communicatie van de app-groep delen!’
Jolijn: ‘Omdat?’
Michelle: ‘Het lijkt of niemand zich er aan houdt.’
Ook vrolijke nieuwkomers konden het tij niet keren.
Steven: ‘Hallo iedereen. …straat numero 8 meldt zich!’
Geen reactie.
Sommige nieuwkomers waren bovendien niet eens welkom in de groep.
James: ‘Is this in English somewhere? Thanks!’
De Coördinator: ‘Alleen Nederlands, James.’
De laatste melding die ik las ging over een wit konijn. Mariel had een foto toegevoegd van een konijn dat de weg overstak. ‘Is deze van iemand?’
Rutger: ‘Een paashaas was beter geweest met het aankomende seizoen. Graag dit niet op de app!’
Mariel: ‘Als de eigenaar in de groep had gezeten was hij zeker blij met dit bericht!’
‘Dank voor alle info,’ probeerde De Coordinator het evenwicht in de groep te herstellen. ‘Maar laten we de rust bewaren voor belangrijke zaken. Graag geen onnodige reacties op de app, er zijn veel mensen die dit onnodig storend kunnen vinden.’
‘Jullie zijn gestoord,’ typte ik. En ik verwijderde mezelf uit de groep.
Nog geen vijf minuten later werd ik gebeld door een onbekend nummer. ‘Met Maarten,’ klonk het aan de andere kant van de lijn.
‘Hallo.’
‘Met De Coordinator,’ zei hij na enige aarzeling. ‘Jij bent net uit de groep gestapt. Waarom?’
Ik wilde zeggen dat ik Maarten en de andere buurtgenoten maar een eng clubje vond maar in plaats daarvan mompelde ik iets over witte konijnen. Dat de temperatuur buiten misschien wel een stuk aangenamer was, maar dat het ’s nachts nog behoorlijk koud kon worden. Te koud voor witte konijnen.
‘Misschien kunnen we iets met je feedback,’ stelde Maarten voor.
‘Ik weet het niet,’ aarzelde ik.
‘Dat is jammer,’ zuchtte Maarten. ‘Samen staan we veel sterker.’
* Uit veiligheid voor de auteur zijn de namen van de groepsleden gefingeerd.