We houden elkaars handen op een nieuwe manier vast.
We denken op een nieuwe manier.
Ergens hebben we elkaar nodig. Maar ergens heb ik ook helemaal niemand nodig.
Ik plik wat roos weg van je schouder en zeg dat ik dat doe.
Ik laat mijn palmen zien.
De pers schreeuwt. Je legt je hand op mijn knie.
Je praat door je neus. Er is een nieuwe weg.
Er is weinig tijd, maar we gaan het over alles hebben. Ik noem een paar dingen.
Ook een paar getallen. Bedragen. Wat is blijven hangen.
Mijn mond maakt een O. Mijn vingers maken een O.
Vaak zeg ik maar wat. Maar dat doe jij ook.
Blik op oneindig, maar op een stoere manier.
Niet vergeten: Mijn revers naar voren slaan, over de buik.
Armen tussen mijn benen laten hangen als dode dingen
Ik leg klemtonen met mijn lijf. Een beetje zoals je een snelle putt maakt.
Nu een dreigement uiten.
Nog even wat met de handen doen.
Niet kussen dit keer.
Je spreekt Frans opeens, maar dat is OK.
Je hebt een plan dat altijd al mijn plan was.
We zouden hier uit kunnen komen.
Ik heb een heel grote, gestreepte stropdas.
Als een schreeuwerig schort, over mijn buik.
Ik sta stevig. Ik ga gedecideerd zitten.
Ik voel een deal.
Er is weinig voor nodig.
Toch ben ik boos.
Daar moet ik nog iets mee doen.
Over welk nieuws gaat dit?