Het mag. Iedereen doet het. Niemand verwijt je iets. Zeg wel dat je je schaamt. Eet je plakje ham. Je moot zwaardvis. Vlieg naar verre oorden. Zolang je het hoofd buigt. Het gebeurt elders. Hier is alles schoon. Netjes. Achter deuren. In grote schuren. Waar af en toe de fik in gaat. Zonder vluchtroute. Het zijn de minderwaardigen achter de grote staldeuren. Wij bewegen ons daarbuiten. Wij hebben alle recht zolang wij ons schamen. Gewoon af en toe zeggen dat je je schaamt.
Ze waren met velen. En werden steeds aangevuld. Niet omdat ze op waren maar omdat ze ouder werden. En omdat variëteit belangrijk was. Het waren kinderen maar ze werden anders genoemd. Zodra je iets een stempel geeft, heb je er zoveel meer over te zeggen. Mag je het de vrijheid ontnemen, mag je het opsluiten in ruimtes zonder stromend water, op koude vloeren of op gaas waar je met de poten doorheen zakt.
Zolang je zegt dat je je schaamt of dat het niet waar is of dat je zegt dat wat je deed iets anders was dan wat je deed. Zolang je het gewoon anders noemt en dat blijft volhouden.