1
Het pakket staat op de stoep voor het flatgebouw. Is het pakket klein? Nee, het is bijna twee meter hoog en een meter breed. Ronde gaten, net niet groot genoeg om er een vinger doorheen te steken, zorgen voor voldoende zuurstof. Naast het pakket staat een man. Als de vrachtwagen de straat inrijdt, zwaait de man naar de chauffeur. Is dit het pakket? Ja, dit is het pakket. De man tekent de papieren. De chauffeur vertrekt.
2
Op het retourformulier staat aangegeven dat het pakket wordt teruggezonden omdat het niet voldoet aan de verwachtingen. Onder het kopje ’toelichting’ is het volgende ingevuld: te duur in onderhoud, eet graag blauwaderkaas.
3
Zacht wordt ze heen en weer geschommeld. De geur van zweet dringt tot haar door, maar het is niet haar eigen zweet. Wat gaat er gebeuren? Ze heeft gehoord dat ze niet bang hoeft te zijn, dat er nieuw leven op haar wacht, dat er niet zoiets als een einde bestaat. Soms hoort ze andere verhalen. Als ze die verhalen hoort, slaapt ze slecht en eet ze weinig.
4
De man staat onder de douche en zingt. Hij wil fris zijn, over een half uur gaat de bel. De man masseert zijn hoofdhuid, laat de shampoo schuimen, en zingt:
Through the night, through the night
The wind lashed and it whipped me
When I got home, my lovely creature
She was no longer with me