Ik zou willen dat het niet hoefde. Niet nog een keer dit gebouw. Niet nog een keer deze gang. De detectiepoortjes, de marmeren vloer, de echo van mijn hakken. De vreselijke planten in de nisjes.
Ik wil niet nog een keer mijn mond moeten houden, niet nog een keer mijn schreeuwen tegenhouden. Niet nog een keer horen wat hij zegt, nog een keer publiek zijn voor zijn leugens.
Niet nog een keer horen dat hij van haar hield.
Ik zou willen dat ik hier niet nog een keer moest zitten.
Maar ik wil recht.
Dus laat hem nog een keer zijn leugens vertellen. Zijn halve waarheid. Laat hem nog maar een keer zijn donkerste gedachten binnen houden. Laat hem nog maar een keer vertellen hoe het ging. Volgens hem.
Op een dag zal hij breken. Misstappen. Struikelen. Hij zal zich vergissen. En als dat gebeurt, dan is het voorgoed. Dan kan hij het niet meer terughalen.
Als het is gezegd, dan bestaat het.
Ik zou willen dat het niet nog een keer hoefde, maar ik zit hier en ik zie de rechter binnenkomen.
Hij gaat zitten, neemt een slok water en kijkt even op. Hij ziet me. Dan begint hij te spreken. De zaal wordt stiller naarmate hij langer spreekt. Mijn zus die naast me zit, gaat meer rechtop zitten. We voelen wat hij wil zeggen.
En dan hoor ik het.
Ik kijk opzij. Is het echt zo?
Ik zie een glimlach.
Ja hij zei het. Het spel is uit.
Mijn zus grijpt me vast. Ik voel tranen in mijn ogen.
Het is niet voor niks geweest. De reis hier naar toe. Dit gebouw. De gang.
Er flitsen camera’s, mensen zijn blij, ze klappen.
Ik forceer een glimlach. Ik ben opgelucht.
Maar blij?
Ik was hier alleen maar omdat het moest. Voor de waarheid.
En ik huil.
Want wat heeft het voor zin? Ze is weg.
Er wordt over haar gepraat, maar nooit meer zal ze bij me zijn, nooit meer zal ik haar voelen. Niet nog één keer door haar haren. Niet nog één keer met haar eten. Niet nog één keer haar verdriet, niet nog één keer haar een knuffel. Niet nog één keer haar zien slapen, niet nog één keer haar gefluister.
Niet nog één keer haar gelach.
Niet nog één keer haar gelukkig.
Alles wat ik heb, is mijn herinnering en de echo van haar naam.