Het nieuws is op vakantie, de kamer is op vakantie, de buren zijn op vakantie, de regen is op vakantie, de schilders zijn op vakantie.
De toeristen op vakantie zitten in de nieuwe Noord-Zuidlijn, de goede smaak is op vakantie, de groei doet niet aan vakantie en Janine Abbring ook niet, zij doet goddank aan zomergasten.
Het kind dat denkt dat het een brandweerwagen is, wat ik weet omdat hij resideert in de opvang waar ik boven woon, is op vakantie. De televisie is op vakantie, de winterdepressie: op vakantie.
Bijna iedereen gaat weg, neemt bijna alles mee en waar het blijft is een raadsel. Een groter raadsel is hoe alles weer past, bij terugkomst na een verblijf waar dan ook. Hoe krijg je een in duizenden stukken gesprongen raam terug in het kozijn zonder dat je nog ziet wat er gebeurd is, zonder dat iemand ervoor geoefend heeft?
Na Italië is niemand voorgoed vervangen voor een andere scherf. Niet voor zover ik weet althans, maar nu ik erover nadenk is er veel wat ik niet weet. Hoeveel mensen blijven voorgoed weg, hoeveel sloten worden tijdens vakanties vervangen?
Jij gaat en ik niet omdat ik vliegen haat en omdat de zon toch ook is thuisgebleven.
Ik breng je naar Schiphol en ik zal je plek bewaken. Als je terugkomt pas je precies waar je hoort.