Eerlijk gezegd was het zo’n dag waarop ik geen zin had om met mensen te praten. De dingen gingen ook niet zoals ik gehoopt had (langzamer, veel viel). Dat alles had ik niet echt in de gaten, tot iemand me vroeg of ik chagrijnig was en ik dacht: ja, dat is inderdaad precies het geval.
Hij stapte uit zijn auto en deed dat op een nogal typische manier, nog los van dat hij nogal typisch geparkeerd had, namelijk op de stoep en bovendien met de neus van zijn auto onder het tafeltje waaraan ik zat. Het uitstappen ging ongeveer zo dat hij de deur open zwaaide en toen eerst zijn rechter en daarna pas zijn linkerbeen uit het portier zette, waarna hij zich omhoog hees aan het dak van de auto.
Toen hij rechtop stond met zijn armen over het dak geslagen, richtte hij zich tot mij, vroeg of ik van sneeuw houd. Dat doe ik niet, dat zei ik ook, dat interesseerde hem weinig. Feit was dat we nu contact hadden en dat zou zomaar een gesprek kunnen worden, waar ik dus geen zin in had.
Tegenover me aan tafel vroeg hij of ik chagrijnig was. Daarna vroeg hij hoe ik heet. Ik vind: als je iemand afwijst dan moet je dat tenminste onder je eigen naam doen. Ik gaf hem die. Hij vond het een mooie naam dus vroeg ik hem wat hij wilde drinken. Een bier, wilde hij, dat bestelde ik voor hem. Ook vroeg ik naar zijn naam.
‘Bruce’ zei hij. ‘Ik heet Bruce’. Ik zei dat ik dat zou proberen te onthouden. Hij zei dat dat niet nodig was, omdat hij schrijver is en dagelijks een ander pseudoniem heeft. ‘Morgen Clint, voor overmorgen weet ik het nog niet maar wel weer iets gewoon Nederlands.’
Het bier kwam, hij dronk het op. Toen ging hij staan, bekeek de situatie en vroeg of ik zijn auto even onder mijn tafeltje uit wilde rijden omdat hij bang was dat hij hem per ongeluk in z’n één zou zetten in plaats van in z’n achteruit. Dat leek hem zonde van het tafeltje en ook van mij en mijn naam.
Over welk nieuws gaat dit?