ik zit in mijn tent, die al weken
niet meer waterdicht is
met mijn handen tegen mijn oren gedrukt, mijn hoofd voorover
gebogen schuil ik,
staar ik naar mijn navel
die ooit verbonden was met
de buik van iemand anders. nu
is mijn navel de weg uit mijn eigen onderbuik
ook al lijkt mijn imitatie nergens op
zou je me alsjeblieft willen laten liggen
zodat ik als een schelp hoor bij het zand?
vandaag ben ik een buiten
haar oevers tredende rivier,
die van alles en nog wat meesleurt met
gesloten ogen, dansend, gevonden en gestolen
schatten, de kop in het strand
niets meer willen vinden. niets
zeggen en stromen en ruisen
ik neem je mee en als je begint over wat
de woorden die je hebt gevonden
zeg ik nee, neenee
ga ik liggen. ik lig
hier al duizenden jaren
ik heb alles al gezegd
ik wil kijken naar de stand van de planeten
ik wil magie
tekens krassen in de stenen
staren naar de poolster
en door dat ene stilstaande
verdwijnen