Het zijn geen heiligen. Ze dragen alleen maar toga’s.
Toga’s zitten zo lekker los om het lijf. Toch dragen ze soms geen toga.
Of ze dragen hun toga zoals een Schot een kilt draagt.
Of ze dragen een knaap onder hun toga. Ook mannen van het Woord moeten af en toe kreunen.
Ze noemen die knapen hun zoon. Ze noemen Jezus de zoon.
Het is bijna middag. Tijd voor wodka. Wodka is in wezen alleen voor mannen in toga’s. Het ziet eruit als water maar het smaakt heilig. Het is heilig. Wijwater is gewoon water dat door een priester gewijd is. Wodka is heilig water dat door een priester wordt ingenomen bij verschillende religieuze handelingen, waaronder de kalot van de kop zuipen.
Ja, ze houden van toga’s en ze houden van gewijd water. Van films houden ze niet. Van journalistiek ook niet. De moderniteit is de duivel. Alleen high fives zijn oké.
Oude mannen zijn moeilijke mannen. Priesters zijn oude mannen in zwarte toga’s.
Vaak is hun geloof een toga: het hangt lekker los om het lijf. Je kunt het uittrekken. Je kunt er een knaap in verbergen. Je kunt het weer aantrekken.
High five!
Over welk nieuws gaat dit?