Ron
Hij hield van herhaling. De steen met de kopse kant naar boven, in een steeds verspringend patroon. Hij hield van het halveren, het gele zand, de waterpas. Het geluid van de rubberhamer die de kopse kant raakte. Hij hield zelfs van het fijne grind dat ze na afloop op de stenen stortten, dat zich door gebruik tussen de voegen vastzette. Schoenen van mensen. Banden van fietsen, scooters en auto’s. Totdat de bestrating rock-solid was. Het maakte hem rustig.
Er waren altijd mensen die iets anders wilden, iets ingewikkelds, iets oneindigs.
David
Een professioneel wiskundige was hij niet, als liefhebber van patronen had hij gewoon uitgeprobeerd, het was eigenlijk verrassend simpel geweest. Met de software van Jaap, voor puzzelontwerpers, had hij een dertienhoek gemaakt, met hoeken van 90, 120 en 240 graden. Het paste. Niet helemaal naadloos, maar opgeven deed hij niet. Niet zomaar.
Jamille
Het was precies hoe ze het leven ervoer. Het begon met een tegel, daar moest een ring omheen. De volgende stap was een nieuwe ring en dan nóg een ring, net zo vaak totdat het niet meer ging. Tot er in rij drie of zes iets gebeurde waar geen klap van klopte.
Ze vertrouwde er maar op, dat het uiteindelijk als ze terug zou kijken, of een beetje meer afstand had, toch mooi was. Dat ook de scheuren erbij hoorden en de gaten en het opnieuw beginnen.
Niet alles betekende iets.