Thierry heeft recht op kerst. Op Sinterklaas, en op pepernoten in september. Op een kerstboom en een kerstgedachte. Op een gedekte tafel, op iets teveel wijn en op ontstoken kaarsen. Thierry heeft kaarsrecht. Net zoals alle Nederlanders. Thierry heeft aan het einde van het jaar weer recht op een bril, ook al ziet hij prima. Omdat Thierry een Nederlander is.
Thierry heeft een volle spaarkaart. Hij heeft recht op een ovenschaal. Aan de informatiebalie schuift hij een pubermeisje zijn kaart toe. “Een lekker ovenschaaltje voor meneer?” Thierry vind het een mooi meisje, al is ze een beetje jong. Daadkrachtig zegt hij, terwijl hij haar diep in de ogen kijkt: “Ligt eraan.”
Het meisje is een beetje bang.
Thierry denkt aan de kerstkaart die hij vandaag verstuurd heeft, waarop hij voor zijn boom ligt, ludiek een kerstmuts op zijn hoofd gephotoshopt, met in sierlijke letters ‘De Politicus van het Jaar wenst u fijne dagen toe’, en gniffelt.
Het pubermeisje wacht op de betaling.
Thierry wacht op erkenning.
“Ik ben politicus van het jaar.” zegt hij.
“Na Geert.”
Het meisje vraagt of ze er iemand bij moet halen, om hem korting te geven. Thierry wijst het aanbod af. “Elke Nederlander moet 20 euro bijbetalen voor deze keramische ovenschaal, dus ik ook.”
Het meisje doet een lok achter haar oor. Thierry kijkt de andere kant op.
Geert steekt de ovenschaal in een jute draagtas, en legt een arm om hem heen. “Kom, gaan we hem thuis lekker uitproberen.”