Hij banjert langs de weg. Hij heeft genoeg van de Nieuwkoopse plassen, wil wel eens iets anders zien. Ergens anders zijn neus in het speenkruid steken. Aan de overkant van de weg bijvoorbeeld.
Een auto rijdt over de straat. Kan niet uitwijken. Een klap. Otter in de berm. Met bloed en kapotte botten. Dood. Het heeft een enorme impact.
Veenendaal: Een vogelspin loopt door de winkelstraat.
Sri Lanka: Aanslagen. Honderden doden. De vermoedelijke dader is gefilmd.
Parijs: Een man roert zo met zijn lepel in zijn koffie, dat het tot waanzin drijft.
Bornerbroek, Hilversum, Assen: Er worden eieren gezocht.
Alphen aan de Rijn: In het huis van bewaring maakt een crimineel havermout en aardappelsalade. Het houdt hem van de straat.
Rouze: Iemand brandt zijn pink aan de kachel.
Zutphen: Een kind zegt ‘foei’ tegen een houten konijn met wielen.
Amsterdam: Soerel krijgt definitief levenslang.
Luxemburg: Groothertog Jean overlijdt.
Filipijnen: Aardbeving, doden.
In Manilla verliest een zwembad op een hoge flat al zijn water.
In Zoetermeer scheldt een man op het stoffige woestijnzand op zijn Mitsubishi.
In Texas is een vliegtuigcrash.
In vier varkenskoppen worden de hersenen, vier uur na hun overlijden weer tot leven gewekt.
En elke ochtend vliegt er ergens een lijsterjong tegen het raam.
Elke ochtend drinkt hij koffie uit een kom.
Elke dag stopt hij hout in zijn kachel.
Elke avond gaat hij naar bed, twijfelt hij of hij zijn sokken uit zal doen of aan zal laten.
En elke ochtend weer dat lijsterjong.
De otter ligt dood in de berm. De tweede in korte tijd. Het heeft een enorme impact.